Berckenrode 1625 De kaart van Amsterdam van Balthasar Florisz van Berckenrode
dateert uit 1625 en toont de stad na de Derde Uitleg van
1610. Het noorden is aan de onderzijde uitgebeeld (om die reden is de kaart omgedraaid).
(Zie: Kaarten van Amsterdam 1538-1865, cat.nr. 25)
De Broen 1724 De kaart van Amsterdam van G. de Broen jr. dateert uit 1724 en toont de stad na de Vierde Uitleg van 1662,
dus na voltooiing van de 17de-eeuwse stadsuitbreidingen. Ook bij deze kaart is het noorden aan de onderzijde uitgebeeld.
(Zie: Kaarten van Amsterdam 1538-1865, cat.nr. 108)
Loman 1876 De kaart staat bekend als de Buurtatlas van Loman en bestaat uit 101 losse wijkkaarten die hier tot één grote kaart zijn
samengevoegd. De atlas is gemaakt naar aanleiding van de huisomnummering van 1875. De huisnummers zijn op de kaart aangegeven.
(Zie: Kaarten van Amsterdam 1866-2012: cat. nr. 245)
P.W. 1909 De eerste serie 1:1000 bladen van de Dienst der Publieke Werken stamt uit 1909.
Doordat de Dienst een eigen projectie gebruikte, kunnen de kaarten uit deze serie een afwijking tot
een meter of twee hebben. (Zie: Kaarten van Amsterdam 1866-2012: cat. nr. 321)
P.W. 1943 In de oorlogsjaren maakte de Dienst der Publieke Werken ook 1:2500 kaarten.
Die laatste deelkaarten worden getoond op lagere zoomniveaus. Ook
de huisnummers zijn aangegeven.
(Zie: Kaarten van Amsterdam 1866-2012: cat. nr. 388)
O.W. 1985 Deze 1:2000 kaarten zijn gemaakt door de Dienst Openbare Werken (opvolger van P.W.).
Op de bladen is de huisnummering aangegeven. (Zie: Kaarten van Amsterdam 1866-2012: cat. nr. 403)
De historische kaarten zijn afkomstig van de Amsterdam Time Machine (ATM), een publiek onderzoekshulpmiddel, onderdeel van het CREATE onderzoeksprogramma van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De kaarten zijn door Jan Hartmann gegeorefereerd en samengevoegd. Door ze over elkaar te plaatsen, wordt inzicht verschaft in de stedenbouwkundige ontwikkeling van de Amsterdamse binnenstad. De schaalvergroting en cityvorming is zichtbaar door het samenvoegen van kavels tot grotere eenheden. Veel individuele panden en monumenten van oude bouwkunst zijn daardoor verdwenen, al zijn er ook monumenten van jongere bouwkunst voor in de plaats gekomen.