Amsterdamse binnenstad
In de Gouden Eeuw kwam de Amsterdamse grachtengordel tot stand, na de Derde Uitleg van 1613 en de Vierde Uitleg van 1662. Het grachtensysteem is grotendeels bewaard gebleven. De concentrische grachten worden doorsneden door een aantal smalle radiaalgrachten en straten die aan de stadsrand eindigen in pleinen, waar zich de stadspoorten bevonden (deze pleinen waren 'wagenpleinen': in sommige perioden was het verkeer per as verboden). Het Venetië van het Noorden bestaat uit ±90 eilanden, gescheiden door ±100 km gracht en verbonden door ±200 bruggen. In de 800 ha omvattende oude stad staan ±20.000 panden, waarvan een derde van vóór 1850 is. Hieronder bevinden zich bijna 6.700 door het Rijk en bijna 2.000 door de gemeente beschermde monumenten. Een klein deel van de rijksmonumenten betreft grote monumenten, zoals stadsgebouwen en kerken. De rest, het overgrote deel dus, zijn kleine monumenten, met name woonhuizen (en winkel-woonhuizen). Allemaal naast elkaar gezet zouden ze een rij vormen van maar liefst 52 kilometer lengte.
Amsterdam is niet beroemd om zijn kerken en paleizen, maar om zijn monumentale woonhuizen, in het bijzonder de grachtenhuizen. De twee enige paleizen van Amsterdam, het Paleis op de Dam, voorheen stadhuis, en het Trippenhuis op de Kloveniersburgwal zijn geen echte paleizen: ze zijn niet gebouwd voor koningen of prinsen, maar voor burgers. Amsterdam is een koopmansstad. Het monumentale aspect van Amsterdam wordt dan ook grotendeels bepaald door de talrijke 17de en 18de eeuwse woonhuizen van aanzienlijke kooplieden en burgers langs de grachten en elders. Karakteristiek voor het Amsterdamse stadsgezicht zijn de als woonhuizen gebouwde grachtenhuizen, gekenmerkt door een smalle, relatief hoge gevel, met een vaak rijk geornamenteerde gevelbeëindiging, in het bijzonder de voor het stadsgezicht zo belangrijke geveltoppen.
Bij een koopmansstad horen ook pakhuizen. De Amsterdamse pakhuisarchitectuur is uniek in de wereld en getuigt van de positie van Amsterdam in de Gouden Eeuw als de belangrijkste stapelmarkt van de wereld: bijna alle goederen die in de wereld werden verhandeld, werden in Amsterdamse pakhuizen opgeslagen. De 'moedernegotie' was van oudsher de Oostzeehandel.
Het grootste deel van de beschermde monumenten betreffen echter woonhuizen. De schoonheid van Amsterdam wordt vooral bepaald door het totaalbeeld van deze 'burgerlijke' architectuur, bestaande uit woon- en pakhuizen. Ook combinaties van woon- en pakhuizen komen veel voor. Dit monumentale ensemble is op 1 februari 1999 aangewezen als beschermd stadsgezicht in de zin van de Monumentenwet. Op 1 augustus 2010 werd de binnenstad, in het bijzonder de 17de-eeuwse grachtengordel, aangewezen als UNESCO Werelderfgoed. Amsterdam heeft één van de belangrijkste en gaafste historische stadskernen van de wereld.
Zie ook deze introductietekst:
Laatste wijziging: augustus 2023