Berichten
Geschiedenis
De beruchte Stippenkaart uit 1941
Nu de 75ste herdenking van de heldhaftige Februaristaking – de enige staking tegen een jodenpogrom ooit – achter de rug is, kan ik niet laten nog maar weer eens de aandacht te vestigen op de medeverantwoordelijkheid van de gemeente Amsterdam voor de vernietiging van het Amsterdamse jodendom.
Op 20 januari 1941 eiste Hans Böhmcker (die door rijkscommissaris Seyss-Inquart was aangesteld als de Beauftragter des Deutschen Reiche voor Amsterdam) een kaart in viervoud van de geografische verspreiding van de joden in Amsterdam. De kaart werd gemaakt en was al op 29 januari af, een stippenkaart waarop elke stip tien joden aanduidde. Uit niets blijkt dat er enig voorbehoud werd gemaakt of dat iemand van de gemeente had geaarzeld of dit nu wel zo snel moest worden gedaan. Er is gedurende zes à zeven dagen met twintig man keihard aan gewerkt. Op basis van het onderzoek dat aan de stippenkaart ten grondslag lag, werden andere diensten aan het werk gezet om de overige gevraagde gegevens te verzamelen (zoals een overzicht van scholen met veel joodse kinderen). Op 15 februari was het onderzoek gedaan en heeft de gemeentesecretaris de gewenste informatie met kaarten in viervoud aan Böhmker verstrekt. Dat is dus enkele dagen na de eerste razzia in de Jodenhoek, die op 12 februari plaatsvond. De versie van de stippenkaart die bij dit artikel is gevoegd dateert van mei 1941, dus van na de gruwelijke razzia’s en de Februaristaking die uit protest tegen deze razzia’s plaatsvond. Het onderzoek is met grote vlijt uitgevoerd door de gemeente Amsterdam. Als men een jood onverhoopt niet kon vinden, werden overuren gemaakt om het adres alsnog te achterhalen. Uit de werkinstructies blijkt bovendien dat men keuzes maakte die voor de joden ongunstig uitpakten. Een gevonden jood hoefde niet nagetrokken te worden, van iemand waarvan niet duidelijk was of hij joods was wél. Ook liet men weten dat men uitging van een inschrijving in één van de twee joodse kerkgemeenten en er in werkelijkheid méér joden waren. Dat de Duitsers dat maar beseften!
In Amsterdam hoefde geen echt ghetto te worden gesticht, in tegenstelling tot veel andere steden in Europa. Het was niet nodig want van elke jood wist men zijn of haar woonadres. Mede daardoor is het percentage vermoorde joden in Nederland het grootst van alle door de nazi's bezette landen. Waarom hangt deze kaart dan eigenlijk niet in het Amsterdam Museum? Waarom staat er een beeld van de Dokwerker op het Jonas Daniël Meijerplein in plaats van een Holocaustmonument? Waarom lukt het zo slecht om in Amsterdam een Namenmonument te realiseren?
(27 februari 2016)