Home Binnenstad Lezingen Excursies Publicaties Berichten Contact

Berichten

Essay over stedenbouw

Camillo Sitte (1843-1903)

Camillo Sitte (1843-1903) bekritiseerde in zijn boek De stedenbouw volgens zijn artistieke grondbeginselen (1889) de 'moderne stedenbouw' van zijn tijd - vooral de door ingenieurs bedachte verkeersdoorbraken en de stedenbouwkundige tirannie van de rechte lijn en het rechthoekige raster.

Allereerst analyseerde hij oude steden, met name in Zuid-Italië. Kenmerkend aan deze steden is de artistieke relatie tussen gebouwen, monumenten en ruimte. Beelden worden niet op het midden van een plein geplaatst maar aan de zijkant, in de luwte van de verkeersstromen. Ook monumentale gebouwen zoals kerken worden niet midden op een plein geplaatst, maar opgenomen in de gevelwand, waardoor zowel het plein als de kerk tot hun recht komen. Belangrijker nog is dat daardoor de beslotenheid wordt verkregen die het plein in oude steden heeft als huiskamer van de stad. Ook de wijze waarop straten op een plein uitkomen speelt daarbij een cruciale rol. In de moderne stedenbouw kruisen de straten elkaar op de hoeken, waardoor een plein een verkeersknooppunt wordt. In de verkeerschaos die dan ontstaat wordt de voetganger verbannen naar een vluchtheuvel - volgens Sitte de typerende uitvinding van de moderne stedenbouw.

Vervolgens deed hij voorstellen voor een betere aanpak met als doel 'stedenbouwkunst' te realiseren. Voorkomen moet worden dat moderne grootstedelijke eisen - die Sitte niet ontkende - de schilderachtige aantrekkelijkheid van de stad van weleer tenietdoen. Hoe moet men bijvoorbeeld pleinen maken die enorme mensenmassa’s kunnen herbergen, maar toch besloten zijn? Het Sint Pieterplein in Rome bewijst dat het mogelijk is een groot plein te maken dat voldoet aan esthetische eisen.

Een stadsplattegrond dient niet door verkeersambtenaren maar door artistiek geschoolde ontwerpers te worden gemaakt; zoals elk kunstwerk moeten ook steden door kunstenaars worden ontworpen. Daarbij dienen zij over theoretisch inzicht te beschikken, want de intuïtie die men vroeger had is er niet meer. Schilderachtige stedenbouw valt en staat enerzijds bij een zorgvuldige afstemming tussen gebouwen en open ruimte en anderzijds een geraffineerde plaatsing van gebouwen en straten die een plein net niet rechthoekig of symmetrisch maken. Met name de wijze waarop de straten op een plein uitkomen is van belang. Deze straten dienen volgens Sitte niet in elkaars verlengde te liggen zodat verkeersstromen elkaar niet kruisen. De bouwkunstige principes van oude steden dienen opnieuw toegepast te worden. Kromme straten leveren een schilderachtig stadsbeeld op.

Toch beargumenteert Sitte dat het tot op zekere hoogte mogelijk is in een regelmatige verkaveling stedenbouwkunst te maken. Zolang de straten elkaar niet op de hoeken kruisen, is het, door voldoende variatie in de aanleg van straten aan te brengen, mogelijk het ontstaan van geestdodende stadswijken te voorkomen. Als een gebouw toch midden op een plein moet worden geplaatst, kan met eenvoudige hulpmiddelen als een poort of een arcade een effect van beslotenheid worden verkregen.

In tegenstelling tot wat later vaak beweerd werd, ging het Sitte niet alleen om een esthetisch effect: een goede openbare ruimte maakt volgens hem het openbare leven mogelijk, zoals het praktisch gebruik van pleinen voor openbare functies. De stad kan daardoor de drager worden van het beschaafde stedelijke leven.

(30 december 2015)

[Over deze website]   [Contact opnemen]   [Inloggen]