Berichten
Essay over stedenbouw
Stedenschoon is goed voor de gezondheid
Wonen in een historische binnenstad met nauwelijks groen is minstens zo goed voor de gezondheid als wonen in een groene omgeving. Dit is de opmerkelijke conclusie van een wetenschappelijk onderzoek van de Warwick Business School (1). Volgens de onderzoekers is het niet alleen groen ('greenery'), maar ook stedenschoon ('scenery') dat het levensgeluk positief beïnvloedt.
Deze bevindingen volgen uit een waardering door Britten van 212.000 beelden van landschappen en stadsbeelden. Hieruit bleek dat de Britten fraaie stadsbeelden minstens zo hoog waarderen als landschappen. Deze conclusie nuanceert de onderzoeken dat groen essentieel is voor onze psychische en sociale gezondheid en dat mensen langer leven wanneer zij wonen op loopafstand van groen. Het Britse onderzoek ontdekte dat groen wordt gewaardeerd door mensen, maar dat de stad minstens zo goed presteert in het genereren van een psychisch en sociaal welbehagen en dus gezondheid, mits er sprake is van stedenschoon. De wetenschappers concluderen: "We find that inhabitants of more scenic environments report better health, across urban, suburban and rural areas (…) Importantly, we find that differences in reports of health can be better explained by the scenicness of the local environment than by measurements of greenspace. (…) These findings provide evidence that the aesthetics of the environment may have a greater practical impact than previously believed. In order to ensure the wellbeing of local inhabitants, it may therefore be valuable to consider the aesthetics of the environment when embarking upon large projects to build new parks, housing developments or highways."
Let op dat het hier niet louter om stadsbeelden gaat die worden gewaardeerd, maar om wat Jan Veth op onovertroffen wijze 'stedenschoon' noemde. Het gaat niet om het beeld van een moderne stad, maar om het karakter en het aangezicht van een historische stad. Dit is niet een geheel nieuw gegeven. De mislukking van het Modernistische experiment, waarin de stadsbewoner uit de 'ongezonde' oude stad werd gehaald en in parkachtige nieuwbouwwijken werd geplaatst, toonde reeds aan wat de Britse onderzoekers vonden. De Modernisten hadden een onverholen afkeer van de stad. Die was te vol, te onhygiënisch en te chaotisch. De Modernisten verwierpen niet alleen de bestaande stad, maar wezen het verschijnsel stad als zodanig af. De kenmerken die als essentieel voor een stad werden beschouwd, zoals dichtheid van bebouwing en heterogeniteit van mensen en activiteiten, waren in hun mening achterhaald. Maar de moderne steden die zij bouwden werden allerminst gewaardeerd. Paradoxaal genoeg worden de hoogste huizenprijzen betaald in een overvolle binnenstad met relatief weinig groen en parkeermogelijkheden, terwijl de twintigste-eeuwse nieuwbouwwijken, bedacht door professionals die precies meenden te weten wat de ideale woonomstandigheden zijn, de minst gewaardeerde wijken blijken te zijn (2). Stedenschoon is dus kennelijk een minstens zo belangrijke levensbehoefte als groen. En het zeventiende-eeuwse Amsterdam heeft allebei, zowel stedenschoon als zorgvuldig in het stadsbeeld opgenomen groen, een avant la lettre-tuinstad. Wat wil een mens nog meer? Het is begrijpelijk dat iedereen het wonder van onze binnenstad wil zien en ervaren en er het liefst wil wonen.
Voetnoten:
(1) Chanuki Illushka Seresinhe, Tobias Preis, Helen Susannah Moat, Quantifying the Impact of Scenic Environments on Health, Scientific Reports, 25 november 2015 (online).
(2) Walther Schoonenberg, Alléén de monumentale stad is succesvol, Binnenstad 271 (juli/augustus 2015). Zie ook: Walther Schoonenberg, Boekbespreking: Het oude en het nieuwe bouwen, Binnenstad 228/229 (juni 2008)
(30 december 2015)