Herengracht 512
Adres: Herengracht 512
Oud adres: X478, wijk 58, klein nr. 576, kadaster I1106, verponding 4436
Postcode: 1017CC
Gebouwtype: Woonhuis (dubbel huis)
Geveltype: Lijstgevel
Bouwjaar: 1687±, 1765, 1861, 1923
Opdrachtgever: Pieter Six (1686/87), Cornelis Jacob van der Lijn (1765), Hendrik Luden (1861), David Granaat (1923), Piet de Boer (1941)
Bewoners: Cornelis van Lennep, David Jacob van Lennep, Jacob van Lennep
Restauratie: 1941 (A.A. Kok)
(31 afbeeldingen)
Vier-raams-breed huis zonder achterhuis, 17de-eeuws huis verbouwd in 1765, in ca. 1861 veel veranderingen aangebracht, zoals deur- en raamomlijstingen. Stoep met rococo-balusters van elders. Interieur: drie kamers op de beletage ingebracht in Lodewijk XIV, XV en XVI-stijl, op de 1ste verd. een gotische kamer uit Edam (allemaal ingebracht, alleen de gang en mogelijk de achterkamer in Lod. XV-stijl dateren uit 1765). Daar bevindt zich een vermoedelijk ingebrachte 17de-eeuwse plafondschildering van Zacharias Webber (1644-1696) (gesigneerd).
Dit statige 17de-eeuwse patriciërshuis werd gebouwd in 1686/88 voor de koopman Pieter Six (1655-1703), een neef van burgemeester Jan Six (periode I). Hij was in 1682 getrouwd met Ammerentia Deymans (1664-1727), dochter van de beroemde chirurg, en had in 1686 het erf nr. 30 en de helft van erf nr. 29 voor 9.000 gulden gekocht van oud-burgemeester Johannes Hudde. Pieter Six was net als zijn oom, die tijdgenoot en vriend van Rembrandt was, een hartstochtelijk kunstverzamelaar die het 17de-eeuwse grachtenhuis tot een museum van kunstwerken, vooral schilderijen, maakte. Niet alleen Hollandse meesters, ook Italiaanse kunstenaars waaronder Titiaan, Rafael, Bellini en Tintoretto, waren door hem verzameld. Er was bovendien een bijzonder rijke bibliotheek. Na zijn voortijdige dood in 1703 werd een uitvoerige inventaris opgesteld, zodat we precies weten wat de inrichting van het huis was. Zijn oudste zoon Pieter Six (1686-1755) woonde er ook, in 1744, 1749, 1750, 1753 en 1754 als burgemeester van Amsterdam. Hij voegde aan het huis een koetshuis toe, op het achterliggende kavel op de Keizersgracht. Hij behoorde volgens de belastinggegevens uit 1742 tot de honderd rijkste Amsterdammers. Hij hield vijf dienstbodes, een koets en vier paarden, maar zijn huwelijk met Geertruida van der Lijn bleef kinderloos. Het pand werd geërfd door een broerszoon van Geertruida, Cornelis Jacob van der Lijn (1730-1799), koopman en assuradeur, die het huis bewoonde met zijn vrouw Johanna van Marselis. Hij heeft het pand in ca. 1765 verbouwd (periode II). In 1778 verkocht hij het pand met koetshuis aan Cornelis van Lennep (1751-1813) die in 1781 van het Huis te Manpad naar dit grachtenhuis verhuisde. Hij behoorde tot de Patriotten en was schepen in 1782 en 1785, later voorzitter van de Nationale Vergadering 1796, lid van het Staatsbewind 1801 en wethouder van Amsterdam 1803. Hij was getrouwd met Cornelia Henriëtte van de Poll. Daarna vererfde het pand aan haar zoon, de filoloog David Jacob van Lennep (1774-1833), hoogleraar aan het Athenaeum, die het huis van 1832 tot zijn dood bewoonde. Hij richtte het koetshuis in als collegezaal. Zijn zoon was de bekende romancier Jacob van Lennep. In 1861 werd het huis gekocht door de koopman Hendrik Luden (1822-1895) die het pand samen met zijn vrouw Jeanette Bloemen betrok en liet verbouwen (periode III). Daarna volgt een periode met verschillende eigenaren en werd ook het pand gebruikt als kantoor. In 1922 werd het pand (zonder het koetshuis) gekocht door de diamantair David Granaat die in 1923 het interieur liet wijzigen om het pand zijn "vroegere schoonheid terug te geven" (periode IV). Na zijn dood ging het pand over naar zijn kinderen Siegfried, die er bleef wonen, en Rosa, die trouwde met de arts Abraham Simeon Jacobson. Siegfried kon in 1940 ontkomen naar Engeland, maar het laatstgenoemde echtpaar stierf in Auschwitz. De Amsterdamsche Bank liet beslag leggen op het pand en verkocht het vervolgens in 1941 aan kunsthandel Piet de Boer, toen in Herengracht 474, die zich in dit pand vestigde, waardoor het huis zijn oude 17de-eeuwse functie als kunstmuseum weer terugkreeg. In opdracht van deze kunsthandel heeft A.A. Kok het pand gewijzigd (periode V). Piet de Boer heeft het pand ook bewoond.
Het huis is in periode I (Pieter Six) in de breedte gebouwd en heeft geen achterhuis. Toch is het geen dubbel huis zoals gebruikelijk, want het is niet vijf, maar vier ramen breed. Daardoor is de ingangspartij niet in het midden gelegen. Het heeft een standaardindeling met een centrale gang met links daarvan smalle voor- en achterkamers met daartussen een trappenhuis en rechts grote voor- en achterkamers met elkaar verbonden door een dubbele deur. Uit periode II (Cornelis Jacob van der Lijn) dateert het interieur van de gang met stucwerk en het trappenhuis met balusters en stucwerk in Lodewijk XV-stijl. De stucreliëfs boven de deuren verwijzen allerlei attributen zoals ankers, Neptunusstaf, aardglobe en kaart naar Van der Lijns betrokkenheid bij de scheepvaart als assuradeur. De gezagssymbolen als de fasces verwijzen naar de burgemeesters in Van der Lijns familie, m.n. Jan Six. Mogelijk dateert ook de rechter-achterkamer in Lodewijk XV-stijl uit dezelfde periode. In periode III (Hendrik Luden) kreeg de voorgevel zijn huidige aanzien: er werden tussen de verdiepingen cordonbanden aangebracht, de deuren en vensters kregen omlijstingen en er werden versierde borstweringen en een rustica basement aangebracht. Uit periode IV (David Granaat) dateert het interieur van twee kamers van de hoofdverdieping: een voorkamer in Lodewijk XVI-stijl en een zijkamer in Lodewijk XIV-stijl. De gesneden dubbele deur tussen de voor- en achterkamer in Lodewijk XVI-stijl is afkomstig uit het huis Crevenna, NZ Voorburgwal 212 (gebouwd door L.F. Druck in 1782, gesloopt in 1923), de schouw in Lodewijk XIV-stijl komt uit Nieuwe Herengracht 201. Ook werd in deze periode de stoep vervangen door een midden-18de-eeuwse met balusters, afkomstig van elders. In periode V (Piet de Boer) werd het pand gerestaureerd door A.A. Kok. Hij liet een roedenverdeling terugbrengen in de vensters van de voorgevel. Ook werden er opnieuw interieurelementen ingebracht, ditmaal op de 1ste verdieping: een gotische moer- en kinderbalkenplafond, plavuizenvloer en een ingangspartij met peerkraalmotief uit Edam, niet passend in het huis maar een geschikte omgeving voor het tonen van middeleeuwse schilderijen. In de achterkamer op dezelfde verdieping werd een betimmering in Lodewijk XVI-stijl aangebracht, afkomstig van de Geldersekade. Bijzonder interessant is de kamer daarnaast die een 17de-eeuwse plafondschildering van Zacharias Webber (1644-1696) in een cassettenplafond heeft, die vermoedelijk ook is ingebracht (door David Granaat), want een dergelijk plafond zat doorgaans op de hoofdverdieping en niet op de minder belangrijke 1ste verdieping. Ook lijkt de plaatsing van het plafond in het vertrek niet helemaal te kloppen. Het gesigneerde plafond stelt een verheerlijking voor van de vrede en de gerechtigheid en is in de stijl van De Lairesse gemaakt. De kleine linker-voorkamer op de hoofdverdieping heeft een interessant 19de-eeuwse plafond en bijpassende deuromlijsting die eveneens ingebracht lijkt. De twee halve deuren daarin hebben een mechaniek waardoor ze gelijktijdig opengaan.
Gebruikte literatuur:
- 'Het huis Heerengracht 512'. Maandblad Amstelodamum 29 (1942): p. 76-77
- Dr. M. G. de Boer. 'Vergeten leden van een bekend geslacht'. Jaarboek Amstelodamum 42 (1948): p. 10-34
- Dr. M. G. de Boer. 'Hoe in het huis van Pieter Six een fortuin verloren gaat'. Jaarboek Amstelodamum 44 (1950): p. 61-71
- Dr. M. G. de Boer. 'In het Huis 'naast de twee Moriaantjes''. Jaarboek Amstelodamum 44 (1950): p. 73-96
- Jephta Dullaart. Met plank en doek bekleed. Amsterdamse figuratieve plafondschilderingen uit de zeventiende en begin achttiende eeuw. Amsterdam: UvA, 2003: p. 32, 90-91
- Paul Spies e.a. Het Grachtenboek (deel 1). Den Haag, 1991: p. 162-163
- H.J. Zantkuijl. Bouwen in Amsterdam. Amsterdam, 1993: p. 305-306, 538
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 1876
Adres: Herengracht 512
Adressen: Herengracht 512
Inschrijvingsdatum: 21-05-1970
Redengevende omschrijving: Pand met vierraamsgevel (1687/88) onder rechte lijst. Deur en vensteromlijstingen enz. XIX B. Versierde stoep met rocaille flesbalusters van elders ?
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
[Grachtenboek van Caspar Philips]
Laatste wijziging: september 2020