Home Binnenstad Objecten Afbeeldingen Berichten Contact

Rokin 99

Gebouw Oudhof

  1. Identificatie
  2. Beschrijving
  3. Literatuur
  4. Register
  5. Afbeeldingen
  6. Google Maps

Naam: Gebouw Oudhof
Adres: Rokin 99
Oud adres: A377, wijk 8, klein nr. 48, kadaster G18, verponding 2166
Postcode: 1012KM
Gebouwtype: Handelsgebouw/kantoor
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl: Hedendaags
Bouwjaar: 1988/90
Architect: Mart van Schijndel
Opdrachtgever: P. Oudhof & Co Effecten

(3 afbeeldingen)

Zeldzaam en gedurfd postmodernistisch ontwerp met afwisselend zandkleurige en blauwgroene horizontale banden, bolle, spiegelende glazen erker van groen glas en een topgevel bestaande uit een driehoek, een parodie op een fronton. Gesloten onderpui met een ingang in het midden op straatniveau omringd door drie ronde vensters. Voorbeeld van Post '65 architectuur uit de periode 1966-1990.

Het pand - een effectenkantoor - is slechts vijf meter breed en architect Mart van Schijndel moest daardoor woekeren met de ruimte. Achter de ingang bevindt zich een trappenhuis, dat stijl omhoog schiet met een bijzonder traphek, een staalplat waaruit vierkantjes zijn gestampt. Het fronton dat de gevel beëindigt, verbergt een loggia als balkon voor een woning bovenin het kantoorpand dat men verplicht was terug te brengen. De voorgevel is een goed voorbeeld van postmodernisme omdat dit ondanks zijn moderne uitdrukking toch weer verwijst naar historische architectuur, met name met het fronton en de ronde gaten. Het postmodernisme in de architectuur werd in 1975 door Charles Jencks, in zijn boek The Language of Post-Modern Architecture, gedefinieerd als moderne architectuur met kenmerken: de herneming van modernistische simplificatie, minimalisme en universaliserende stijlen, maar met toepassing van decoratie. Verschillende stijlen en perioden kunnen opzettelijk, zelfs ironisch, met elkaar worden gecombineerd. Al deze kenmerken zijn aanwezig in het ontwerp van Mart van Schijndel.

De bouwvergunning voor het opzichtige nieuwbouwpand werd in 1988 verleend. Zowel de Commissie voor de Oude Stad als de schoonheidscommissie hadden in 1987 'in principe' geen bezwaar. Aanvankelijk vond men dat het voorstel "beter voorgedragen (moest) worden om tot een definitief oordeel te komen". Nadat de benodigde informatie over details en materialen was verstrekt, volgde een bouwvergunning. Zo werd gespecificeerd dat de gevel zou bestaan uit: vaurion kalksteen, labrador graniet groengrijs, baveno graniet rose gestraald of gepolijst, baveno wit gepolijst, groen spiegelglas, messing (deur) en baveno rose (rustica).

Toen dit gebouw in 1990 verrees, was er veel kritiek, maar ook lof - een tussenweg was er niet. Geurt Brinkgreve sprak over "gouden kiezen in het gehavende gebit van de binnenstad", een aansprekende metafoor omdat gouden tanden doorgaans niet aantrekkelijk worden gevonden. In de krant tekende Jaap Huisman uit de mond van de architect op dat het bouwen van een extravagante gevel in Holland al snel tot kritiek leidt vanwege onze calvinistische volksaard, maar hij wilde een "introvert pand tot op het straatniveau": "we hebben het mooiste graniet genomen, uit Bafeno bij het Lago Maggiore. Het is het edelste materiaal dat je kunt bedenken, dat alleen de zeventiende-eeuwse yup zich kon verloorloven". Het pand is volgens Huisman "een afrekening met het conservatisme van de Van Eyckjes en H. Hertzbergers" (De Volkskrant, 8 juni 1990). Inderdaad vroegen veel mensen zich af hoe het mogelijk was dat er zoiets opvallends gebouwd mocht worden. Het zet zich immers nogal nadrukkelijk af tegen de naastgelegen historische architectuur, opgetrokken uit baksteen, niet alleen door de vormentaal, maar ook en vooral door het kleurrijke materiaalgebruik. Maar al vrij spoedig begon dat te kantelen. Al in 2003 noemde stadshistoricus Richter Roegholt het gebouw een "postmoderne fantasie (...), een bezienswaardigheid, en voor één keer kan het net. Ik zou het niet meer willen missen." Ook al heeft "het huis de goegemeente aanvankelijk hevig gechoqueerd".

De postmoderne benadering bleef een incident, want het voorbeeld werd niet of nauwelijks in de Amsterdamse binnenstad nagevolgd. Het postmodernisme is weliswaar door verschillende architecten omarmd, bijvoorbeeld Sjoerd Soeters (Kerkstraat 204), maar veel voorbeelden kunnen in de binnenstad niet aangewezen worden. In 2014 werd op verzoek van de Bond Heemschut een plaatsingsprocedure als gemeentelijk monument in gang gezet. Tegen de plaatsing werd door niemand bezwaar ingediend.

Gebruikte literatuur:

  • Geurt Brinkgreve. 'Gouden kiezen'. Binnenstad 156 (februari 1996)
  • Ricardo (=Richter Roegholt). 'Voorzichtig met kleur in de stad'. Binnenstad 197/198 (maart 2003)
  • Inventarisatie architectuur post-'65. Amsterdam: Bond Heemschut, 2019

[Overige literatuur]

Monumentenstatus: GM
Monumentennummer: 200779
Adres: Rokin 99
Adressen: Rokin 99
Inschrijvingsdatum: 06-09-2016
Redengevende omschrijving: Stedenbouwkundige context Het bouwwerk is gelegen in het bouwblok dat omsloten wordt door het Rokin, de Kalfsvelsteeg, de Nes en de Langebrugsteeg. Het bouwblok is geheel volgebouwd, zoals overal in de middeleeuwse kern. Rokin 99 vormt een eenheid met Rokin 101, ontworpen door J.W. Hanrath in 1915, en Nes 112-114, ontworpen door T.G. Schill en D.H. Haverkamp - dit zijn gemeentelijke monumenten. De gevelwand van het Rokin tussen de Langebrugsteeg en de Kalfsvelsteeg is wat betreft verkaveling vrijwel ongeschonden, maar geeft tegelijkertijd een bijna compleet beeld van de Amsterdamse architectuurgeschiedenis. Rokin 95 is een ontwerp van Vingboons uit 1646 en ook de eeuwen daarna worden vertegenwoordigd door representatieve bouwwerken. Uitgezonderd nummer 99 zijn alle bouwwerken op de gemeentelijke of de rijksmonumentenlijst geplaatst. Architectonische verschijningsvorm Exterieur Rokin 99 is ontworpen voor Oudhof effectenkantoor. Direct achter de gevel aan het Rokin telt het bouwwerk boven de begane grond twee verdiepingen. De bovenste verdieping, waarop een appartement is ondergebracht, ligt wat terug achter de bekroning van de straatgevel. Achter het trappenhuis, in de kern van het gebouw, zijn boven de begane grond door middel van een splitlevel systeem vier verdiepingen gecreëerd. Het trappenhuis wordt verlicht door een grote glaskap, het achterhuis is plat afgedekt, het voorhuis wordt overkapt door een flauw hellend zadeldak haaks op de voorgevel. De entree, met een deur van bordeauxrood geanodiseerd aluminium, is op de middenas geplaatst, deels omlijst met groengrijs graniet waarin de naam van de opdrachtgever is gebeiteld: Oudhof. De pui wordt gekenmerkt door een tamelijk hoge plint van langwerpige horizontaal geplaatste blokken lichtgrijs graniet met daartussen terugliggende dunne stroken van groengrijs graniet. Links en rechts van de deur zijn boven de plint twee ronde ramen geplaatst, gevat in vierkante granieten kozijnen. Het bovenste deel van de pui is bekleed met ongepolijste vierkante lichtroze granieten elementen in een diagonaal patroon. Ook boven de deur is een rond raam geplaatst, overeenkomstig beide andere, met een sluitsteenmotief waarop het huisnummer is aangebracht. Het deel van de gevel boven de pui is opgebouwd uit lagen gepolijst zandkleurig Bavenograniet en blauw geanodiseerde aluminiumplaten. Ook het timpaan waarmee de gevel wordt beëindigd, is van blauw aluminium. Het meest opvallende element is de erker van blauw getint spiegelend gebogen isolatieglas. De twee wat hoger in de gevel geplaatste vensters zijn in wezen ook erkers, zij het niet gebogen en wat minder diep Interieur Het oorspronkelijke door Van Schijndel ontworpen interieur is grotendeels verloren gegaan bij een verbouwing in 2004. Cultuurhistorische context Mart van Schijndel (1943-1999) was tussen 1980 en 1990 de meest uitgesproken postmoderne architect in Nederland. Kenners beschouwen Rokin 99 als zijn meest radicale schepping in dit genre. Toen het bouwwerk destijds gereed kwam, waren de kritieken regelrecht vijandig, met name Max van Rooy ging los in NRC Handelsblad (20 juli 1990). Inmiddels zijn de gemoederen weer bedaard. Het postmodernisme, dat volgens Charles Jencks van start ging met de Neue Staatsgalerie van James Stirling in Stuttgart (1984), kan nu neutraal beschouwd worden als een architectuurhistorisch verschijnsel. Toen in januari 2014 de LOKV pui aan de Utrechtse Ganzenmarkt (Van Schijndel, 1984) bedreigd werd, stak een storm van verontwaardiging op, waarbij ook hoogleraren architectuurgeschiedenis van zich lieten horen. Rokin 99 is van belang voor het betrekkelijk kleine oeuvre van Mart van Schijndel, het is bovendien zijn enige bouwwerk in Amsterdam. Bij de gaaf bewaarde detaillering van de glazen erker en de aluminiumbanen in de gevel zijn nieuwe technieken toegepast. Welbeschouwd is postmoderne architectuur zeldzaam in Nederland en in Amsterdam. Van Schijndel en Sjoerd Soeters hebben destijds pionierswerk verricht. Pas later, rond 2000, zou de stijl populair worden door de snel groeiende markt voor koopwoningen, waarbij echter het echte postmodernisme echter werd ingeruild voor een pragmatische vorm van traditionalisme. Door het zorgvuldig gebruik van natuursteen en een min of meer klassieke opbouw met bekroning past het radicale gebaar van Van Schijndel goed in de rijk gevarieerde gevelwand. Het uit 1923 daterende revolutionaire ontwerp van J. London voor Rokin 109-111, sinds 2001 een rijksmonument, valt meer op dan de blauw spiegelende erker van Rokin 99. Bronnen en literatuur Marijke Kuper, Mart van Schijndel. Kleurrijk architect, Rotterdam (NAi) 2003. Natascha Drabbe, Hans van Heeswijk, Arjen Oosterman, Van Schijndelhuis. Het woonhuis van architect Mart van Schijndel, Amsterdam 2014.

RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.

Rokin 99 (© Walther Schoonenberg)
Rokin 99
Rokin 97, 99 (© Walther Schoonenberg)
Rokin 97, 99
Ontwerptekening
Ontwerptekening

Laatste wijziging: februari 2024

[Over deze website]   [Contact opnemen]   [Inloggen]