Westeinde 1 
De Nederlandsche Bank

Naam: De Nederlandsche Bank
Adres: Westeinde 1
Postcode: 1017ZN
Gebouwtype: Handelsgebouw/kantoor
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl:
Hedendaags
Bouwjaar: 1960/68, 2004, 2010, 2022
Architect: Marius F. Duintjer (1960), G. Hoekstra, BDG Architecten (2004), M. a Campo, ADP Architecten (2010), Mecanoo Architecten (2022)
Opdrachtgever: De Nederlandsche Bank
(25 afbeeldingen)

Goed voorbeeld van het zakelijk modernisme in Nederland, maar een grote schaalsprong en een stijlbreuk met de historische binnenstad. Het complex bestaat uit een rechthoekige toren van 66 m hoog omsloten door een rechthoekig gebouw van 120 m breed en 100 m diep. Er is een optische correctie: de gevels van de toren zijn niet recht maar licht toelopend. Voorbeeld van Post '65 architectuur uit de periode 1966-1990.
Aanvankelijk ontwierp architect Marius F. Duintjer voor het Binnengasthuisterrein een nieuw hoofdkantoor voor de Nederlandsche Bank ter vervanging van de oudbouw aan de Oude Turfmarkt maar dat ging niet door. De gemeente stelde voor het voor de binnenstad te grote bankcomplex te bouwen op het Frederiksplein, op de locatie waar ooit de Utrechtsepoort stond (gesloopt in 1859) en daarna het Paleis voor Volksvlijt (afgebrand op 17/18 april 1929) en de Galerij (gesloopt in 1961). Op 6 november 1961 sloeg burgemeester Van Hall de eerste paal, op 7 mei 1968 vond de opening plaats. Het ontwerp bestond uit een laag bouwdeel en hoogbouw daarnaast, vergelijkbaar met Lever House van Skidmore, Owings en Merrill uit 1952 in New York, maar waarin Duintjer mogelijk ook teruggreep op het stadhuisontwerp van Maaskant, Van Tijen, Stam en Stambeese uit 1937. In 1990 werd het gebouw uitgebreid met een ronde cilinder van 14 verdiepingen, naar een ontwerp van J. Abma van bureau Abma, Dirks en Partners. Duintjer had nog zijn hoogbouw bewust buiten de zichtas van de Utrechtsestraat geplaatst, maar het gevolg daarvan was dat Abma's uitbreiding juist precies in de zichtas kwam te liggen. Max van Rooy sprak in het NRC Handelsblad van een 'kameel van Troje' die eigenlijk maar een 'domme dikke toren' was.
Het gebouw is thans niet meer zoals Duintjer het had ontworpen. Tot de grootste ingrepen aan het exterieur behoren de toevoeging van de cilindervormige satelliettoren (J. Abma, 1990), de publieksentree aan het Westeinde (G. Hoekstra, BDG Architecten, 2004) en een extra bouwlaag op de laagbouwvleugels (M. a Campo, ADP Architecten, 2010). Ook het hekwerk aan de straat maakt geen deel uit van het ontwerp van Duintjer. Na de oplevering van het gebouw vond de opdrachtgever dat er een hek moest komen. De architect maar ook de omwonenden verfoeiden het hek. Op initiatief van directeur Wim Duisenberg bracht kunstenaar Peter Struycken in 1994 een kleurenschema aan op het hek (oorspronkelijk voor een periode van tien jaar).
Veel mensen zien graag dat het hele gebouw zou worden afgebroken om het Paleis voor Volksvlijt te kunnen herbouwen. De Nederlandsche Bank is nooit geliefd geweest, mede door de herinnering aan het Paleis voor Volksvlijt, maar ook omdat de modernistische kolos weinig warmte uitstraalt. In 2002 werd door Wim T. Schippers de Stichting tot de herbouw en exploitatie van het voormalige Paleis voor Volksvlijt opgericht. Toch noemde Ibelings de Nederlandsche Bank 'één van de fraaiste voorbeelden in Nederland van het zakelijk modernisme dat in de jaren zestig internationaal furore maakte'. Waarom staat het gebouw dan niet op de monumentenlijst? Vincent van Rossem zegt daarover: 'De Nederlandsche Bank wordt na de fatale uitbreiding niet meer monumentwaardig geacht'. En het is nog maar de vraag of het gebouw dezelfde symboolwaarde zal krijgen als het Paleis voor Volksvlijt. Misschien heeft de bank naar dit oordeel geluisterd, want vanaf eind 2020 werd de uitbreiding van 1990 afgebroken en werd dus het oorspronkelijke ontwerp van Duintjer hersteld, wat voor zowel het stadsgezicht als het gebouw zelf een verbetering genoemd mag worden. Ook het hekwerk en daarmee het kunstwerk van Struycken, verdween om het gebouw weer een opener karakter te geven. De transformatie werd in 2024 voltooid.
Het pand staat (nog?) niet op de monumentenlijst. Het is zeer de vraag of dat zal gebeuren omdat aan één van de criteria voor een monumentenplaatsing niet is voldaan: gaafheid. Het gebouw manifesteert zich door de diverse wijzigingen, inclusief die van de laatste transformatie, niet meer als het gebouw bij oplevering.
Gebruikte literatuur:
- M.F. Duintjer. 'De Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam'. Bouwkundig Weekblad 1968-25: p.418-28
- Gert Eijkelboom. 'De Nederlandsche Bank - Van Westeinde naar Frederiksplein'. Binnenstad 297 (maart/april 2020)
- A. Oxenaar. 'Duintjer revisited'. Maandblad Amstelodamum 105 (2018): p. 1-2
- Vincent van Rossem. 'Top-honderd Naoorlogse bouwkunst'. Binnenstad 226 (feb. 2008)
- Gabri van Tussenbroek. IJzeren ambitie. Het Paleis voor Volksvlijt en de opkomst van de Nederlandse Industrie. Amsterdam, 2019
- J.J. Vriend. 'De nieuwe Nederlandsche Bank - Vormgeving en situering'. Bouw 1968-23, p.932-936
- Inventarisatie architectuur post-'65. Amsterdam: Bond Heemschut, 2019

























Laatste wijziging: augustus 2024