Keizersgracht 31
Adres: Keizersgracht 31
Oud adres: SS338, wijk 51, klein nr. 374, kadaster D5728, verponding 6
Postcode: 1015CD
Gebouwtype: Woonhuis
Geveltype: Lijstgevel
Bouwjaar: 1628, 1680±, 4de kwart 18de eeuw
(22 afbeeldingen)
17de-eeuws huis met een laat-18de-eeuwse lijstgevel met rechte trigliefenlijst. In 1911 met een verdieping verhoogd (zie ramen in het dakvlak boven de kroonlijst). Interieur: gewelfde stucgang, laat-17de-eeuwse plafondschilderingen in de zaal toegeschreven aan De Lairesse.
Keizersgracht 31 werd in 1628 gebouwd voor koopman Jacob Jansz Hop. De trapgevel had in 1770 nog kozijnen met onderluiken. Bij een verbouwing aan het einde van de 18de eeuw ontstond een lijstgevel. De gevel kreeg toen een hoofdgestel met een trigliefenfries. In 1911 is het huis met een verdieping verhoogd; de raampjes zijn boven de kroonlijst zichtbaar. De 18de-eeuwse stoep heeft fraaie gebeeldhouwde treden. De empire deurpartij is uit het begin van de 19de eeuw.
Achter de gevel van dit Amsterdamse grachtenhuis schuilt een ouder, 17de-eeuws huis met een waardevol interieur. Bij binnenkomst treffen we een gewelfde stucgang aan uit het einde van de 17de eeuw. Dergelijke gangen werden in Amsterdam meer gangbaar rond 1680. Het belangrijkste vertrek van het huis, de zaal, bevindt zich op de hoofdverdieping van het achterhuis en heeft laat-17de-eeuwse plafondschilderingen van uitzonderlijk hoge kwaliteit, vermoedelijk uit dezelfde tijd als de gewelfde stucgang. De zaal bevat behalve ook andere authentieke interieurelementen maar die zijn uit de 18de eeuw, zoals een grijsmarmeren schouw (die echter niet compleet is – de dekplaat en de bovenlijst ontbreken), een fraaie, goed gedetailleerde omtimmering van de schouw (ca. 1750), lambriseringen langs de wanden en schuifluiken voor de ramen. Het plafond bestaat uit drie doeken die tezamen één geheel vormen: een hoofdpaneel en twee vrijwel identieke zijstukken, uitgevoerd als grisailles. De doeken bevinden zich, zoals in de 17de-eeuw te doen gebruikelijk, in de vakken tussen de balken; de balklaag maakt onderdeel uit van het geheel. De detaillering verwijst naar de Amsterdamse schilder Gerard de Lairesse (1641-1711), maar mogelijk is het van een leerling van deze bekende meester: een signatuur is niet zichtbaar. Het plafond is dus ouder dan de betimmeringen en de schouw in deze zaal. Het centrale doek is een kleurrijke voorstelling van een hemel met figuren en een geschilderde balustrade, terwijl de twee zijdoeken grisailles bevatten met een grote medaillon. De voorstelling stelt een allegorie op de handel over zee voor. Op het centrale doek staan twee vrouwenfiguren afgebeeld, begeleid door putti. Het is niet helemaal duidelijk wie en wat hier is afgebeeld, maar mogelijk gaat het om de gevaren van de handel over zee. De linkerfiguur met het opbollende (zeil)doek is vermoedelijk Fortuna die als heerseres over de zee gevreesd was bij zeelieden om haar wispelturigheid. Vanuit een wolk blaast een gezicht wind naar Fortuna. De kracht van de wind wordt ook duidelijk door de opwaaiende haren en de beweging in de draperie van Fortuna. De andere vrouwenfiguur staat op een globe en houdt met haar linkerhand een opengevouwen document met een lakzegel vast. Haar rechterarm strekt zij uit in de richting van Fortuna, met wie zij oogcontact heeft. Mogelijk staat zij voor de waarheid, oprechtheid of kennis waardoor de wisselvalligheden van het menselijk lot kunnen worden bestreden en overvloed in het verschiet ligt. De putti dragen een hoorn des overvloeds gevuld met gouden dukaten. Achter de balustrade staan drie figuren, een zwarte figuur met een fakkel, een Oosterse koopman met witte tulband en een sabel en een vrouw met een bos bloemen en een masker. Over de balustrade hangt een slang. Deze figuren staan vermoedelijk voor de gevaren die op de loer liggen, wanneer men handel drijft over zee, zoals vijandige volken of bedrog (het masker van de vrouw). In de balustrade is, in perspectief een grisaille-paneel opgenomen met Griekse of Funische schepen die de handel over zee weergeven.
In de twee zijpanelen zijn twee grote medaillons afgebeeld, waarin aan de raamzijde een wraakgodin met twee vissen(staarten) is afgebeeld en in het andere paneel aan de deurzijde een vergelijkbare figuur, met achter haar hoofd in haar linkerhand een knuppel en in haar rechterhand een donkerkleurig doek, met als attribuut twee driekoppige monsters. Gezien het feit dat de vrouwen angstkreten slaken, symboliseren zij waarschijnlijk de gevaren van de zee. Aan beide zijden van de medaillons bevinden zich twee putti die de symbolen van Mercurius (de staf) en Neptunus (de drietand) vasthouden, resp. de goden van de handel en de zee.
De stijl van vooral het middendoel komt sterk overeen met de Allegorie op de Dageraad in het Rijksmuseum. De figuren zijn overtuigend in de ruimte geplaatst. Vanuit één gezichtspunt is het perspectief, ook wat betreft de balustrade, bijzonder overtuigend. De voorstelling lijkt zich in een hoger vlak af te spelen dan de twee zijdoeken, waardoor het lijkt alsof met werkelijk in de open lucht kijkt. Dullaart plaatst het plafond op stilistische gronden tussen dat van burgemeester De Graeff (Herengracht 446) uit 1672 en de Allegorie op de Dageraad uit het midden van de jaren 80. Het dateert daarom vermoedelijk uit ca. 1680. Het is niet bekend wie de opdrachtgever was, maar dat was vermoedelijk een koopman die zich met de overzeese handel bezighield.
Gebruikte literatuur:
- J. Dullaart. 'Met plank of doek bekleed'. Amsterdamse figuratieve plafondschilderingen uit de zeventiende en begin achttiende eeuw. Amsterdam (ongepubliceerde doctoraalscriptie UvA), 2003: p. 30-31, 85-86
- Walther Schoonenberg. 'Plafondschilderingen VI'. Binnenstad 190 (sept. 2001)
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 2222
Adres: Keizersgracht 31
Adressen: Keizersgracht 31 1A,1V,2V,3,4,HA,HV
Inschrijvingsdatum: 05-06-1970
Redengevende omschrijving: Pand met gevel onder triglyfenlijst (laat XVIIIc) met gebeeldhouwde stoep en empire deurpartij.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: januari 2022