Prinsengracht 756
De Duif
Naam: De Duif
Adres: Prinsengracht 756
Oud adres: Z440, wijk 59, klein nr. 846, kadaster I2452, verponding 5335
Postcode: 1017LD
Gebouwtype: Kerk
Geveltype: Halsgevel
Bouwstijl:
Neostijlen
Bouwjaar: 1857
Architect: Th. Molkenboer
Eigendom: Stadsherstel 1995
Restauratie: 2002
(32 afbeeldingen)
Kerk De Duif heeft een helder neo-classicistisch ontwerp van Th. Molkenboer, waarvan de voorgevel en het grondplan met name zijn geïnspireerd door barokke kerken in het buitenland zoals de Il Gesu in Rome, voorgevel geheel met zandsteen bekleed, Dorische en Ionische pilasters. Interieur is sober-klassiek, nadat het rijk gestoffeerde interieur in 1955/56 was verwijderd, ononderbroken kroonlijst op gecanneleerde Corinthische pilasters.
De geschiedenis van de parochie van Sint Willibrordus binnen de Veste gaat terug tot 1671. In de Kerkstraat stond toen een schuilkerk achter een vijftal huisjes, waarvan er één, waar het Vredesduifje in de gevel stond, als toegang diende. In 1796 volgde de inzegening van deze eerste katholieke kerk aan de 'openbare weg' sinds de Alteratie. De opzet van de eenvoudige bakstenen gevel doet denken aan de 17de-eeuwse Hoogduitse Synagoge aan de Nieuwe Amstelstraat. De koepel, die sterk op die van het stadhuis leek, werd in 1835 wegens bouwvalligheid verwijderd. In 1853 werd De Duif één van de negen Amsterdamse parochiekerken. In 1857 werd de eerste steen gelegd voor een nieuw en groter godshuis naar ontwerp van de Leidse architect Th. Molkenboer (1796-1863). Molkenboer - één van de meest productieve en invloedrijke katholieke kerkbouwers rond het midden van de 19de eeuw – ontwierp drie jaar eerder de neogotische Onbevlekt Hart van Maria of Redemptoristenkerk (Keizersgracht 218-220). De architect leverde - passend in de traditie van het bedehuis uit 1796 – een fraai, helder neo-classicistisch ontwerp waarvan de voorgevel en het grondplan met name zijn geïnspireerd door de barokke kerken van Frankrijk, België en Italië (zoals de beroemde Il Gesu in Rome). De geheel met zandsteen bekleede bakstenen voorgevel brengt de inwendige dispositie van de kerk tot uitdrukking. De onderste verdieping wordt ingedeeld door gekoppelde Dorische pilasters op een hardstenen basement. Daartussen bevinden zich de ingangen, nissen met heiligenbeelden, een mozaïek uit later tijd en de tekst In loco isto dabo pacem ('Op deze plek zal Ik (u) vrede schenken'). Op het hoofdgestel staan gekoppelde Ionische pilasters, aan weerszijden van het hoge middenvenster in de licht risalerende middenpartij. De vleugelstukken waren oorspronkelijk rijk versierd met festoenen en met engelenkopjes en -lijfjes, bestaande uit gevouwen vleugels, ornamenten die met name in de Hollandse Renaissance vaak gebruikt werden bij de beëindiging van voluten. De obelisken op de schouders vervangen de heiligenbeelden die oorspronkelijk op de hoeken stonden maar thans te vinden zijn in de nissen van de voorgevel. Pieter Jozef de Cuijper vervaardigde deze beelden van Sint Willibrordus die in Heiloo met zijn staf water uit de grond slaat en Sint Sergius, onder wiens pontificaat Willibrord heilig werd verklaard. In het fronton prijkt de natuurstenen duif die bij de restauratie zijn oorspronkelijke bladgouden afwerking terug kreeg. Ook het eerder verwijderde kruis is weer op de geveltop geplaatst.
Na de inzegening op 12 december 1857 werd het gebouw in een gestaag tempo voorzien van schilderingen, gebrandschilderde glas-in-loodramen, altaren, kerkmeubilair en verdere afwerking en aankleding van het interieur. Molkenboer gaf veel opdrachten aan het Antwerpse atelier De Cuijper, dat ook leverde aan de Mozes-en-Aäronkerk en aan De Zaaier. Het atelier maakte onder andere de altaren en de rijk gebeeldhouwde eikenhouten 'predikstoel'. Enkele andere kunstenaars die betrokken waren bij de inrichting van De Duif zijn B.H. Homan (gebrandschilderde glas-in-loodramen transept), P.E. van den Bossche (beeld van de Heilige Willibrordus) en F.C. Smits sr. en jr. (orgel, voltooid in 1882). A.C. Bleys (1842-1912), architect van de Sint Nicolaaskerk, kreeg opdracht tot het schilderen van de wanden en het plafond van het priesterkoor, de altaarnissen en het koepelplafond.
Dit rijk gestoffeerde interieur verdween grotendeels in 1955/56. Tot de waardevolle, bewaard gebleven interieurstukken horen de preekstoel en het superieure Smits-orgel. Het tegenwoordig grotendeels wit gepleisterde interieur bestaat uit een driebeukig basilicaal schip met enkele galerijen in de zijbeuken en een dubbele galerij bij het westwerk. Onder het orgel bevindt zich een langgerekte zangerstribune. De wijdse galerijen worden overhoeks beëindigd op de plaats waar het schip zich na drie traveeën verwijdt tot het transept. Dit achtzijdig transept steekt niet buiten de gevels van het schip uit. Het priesterkoor is smal, ondiep en halfrond gesloten. Twee hoge halfronde nissen bevatten de zijaltaren. Feitelijk bestaat de binnenruimte uit een centrale octogoon met een aangebouwd koor en schip. De hoofdruimte wordt tegen de zoldering afgesloten door een ononderbroken kroonlijst op gecanneleerde Corinthische pilasters.
In 1974 wilde het 'citypastoraat' De Duif sluiten. Actieve leden van de kerkgemeenschap voorkwamen sloop door de kerkdiensten voort te zetten en te ijveren voor behoud. Na meer dan 25 jaar ingepakt te hebben gestaan, startte in 1998 de restauratie door architectenbureau Peters en Boogers, in opdracht van de NV Amsterdams Monumenten Fonds, die een jaar later fuseerde met Stadsherstel Amsterdam NV. Bij de restauratie werden voorjaar 2001 muurschilderingen ontdekt waarop de twaalf apostelen zijn afgebeeld en op het plafond kwamen verschillende figuren en teksten tevoorschijn. In de loop der tijd bleken meerdere schilderingen over elkaar aangebracht te zijn. De oudste dateren van 1883 en zijn van A.C. Bleys. Deze werden rond 1900 vervangen door werk van A.H. Trautwein, dat in 1912 verdween achter asbestplaten. Bij de restauratie kwamen rondom het hoofdaltaar De Twaalf Apostelen van Trautwein weer te voorschijn. Er is voor gekozen om de decoraties uit diverse perioden naast elkaar te tonen, als illustratie van de veranderingen in smaak en stijl door de jaren heen. Ook de kleurrijke glas-in-lood ramen – o.a. uit 1889 van F. Nicolas en zonen, glasschilders uit Roermond - zijn gerestaureerd. In november 2002 werd de restauratie voltooid, waarna de sfeervolle kerkruimte een functie kreeg als cultureel centrum. Op zondagochtend doet De Duif nog steeds dienst als godshuis.
Gebruikte literatuur:
- Thomas H. von der Dunk. 'Zes katholieke kerken in Amsterdam uit de dageraad der emancipatie.' Jaarboek Amstelodamum 96 (2004): p. 43-76
- Peter Prins e.a. De Duif. Stadsherstel, Nieuwsbrief 51 (nov. 2002)
- Paul Spies e.a. Het Grachtenboek. Den Haag, 1991: 236-237
- A.J.M. Wiemers. 'De Duif een symbool?' De Lamp 49 (maart 1978)
MIP-nummer: 10364
Functie: Kerk
Architect: Molkenboer, Th.
Jaartal: 1857
Bouwstijl: Neobarok
Het Monumenten Inventarisatie Project, afgekort MIP, is een landelijk project van de Nederlandse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dat tussen 1986 en 1995 werd uitgevoerd. In de MIP-database zijn cultuurhistorische gegevens opgenomen van 152.400 waardevolle Nederlandse gebouwde objecten uit de periode 1850-1940. Het inventarisatieproject leidde tot de aanwijzing van rijksmonumenten: het Monumenten Selectie Project (MSP). Niet alle MIP-panden werden beschermde rijksmonumenten. Meer informatie: www.nationaalgeoregister.nl.
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 4658
Adres: Prinsengracht 756
Adressen: Prinsengracht 756
Inschrijvingsdatum: 15-09-1970
Redengevende omschrijving: Sloopvergunning GEWEIGERD bij beschikking dd 10 mei 1976. Beroep hiertegen ongegrond verklaard bij Kb dd 13 mei 1982 nr12.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: november 2021