Home Binnenstad Objecten Afbeeldingen Berichten Contact

Leidseplein 26

Stadsschouwburg

  1. Identificatie
  2. Beschrijving
  3. Literatuur
  4. MIP-gegevens
  5. Register
  6. Afbeeldingen
  7. Google Maps

Naam: Stadsschouwburg
Adres: Leidseplein 26
Marnixstraat 427-429
Postcode: 1017PT
Gebouwtype: Cultuur
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl: Neostijlen
Bouwjaar: 1892-1894
Architect: Jan L. Springer en A.L. van Gendt

[Stadsschouwburg Amsterdam]

(34 afbeeldingen)

Stadsschouwburg ontworpen door Jan Springer heeft schilderachtige gevels in neo-renaissancestijl, maar daarachter gaat een in de late 19de eeuw modern theatergebouw schuil. Interieur: Fraaie schouwburgzaal.

De Amsterdamse stadsschouwburg (1892-1894) van Jan L. Springer (1850-1915) met medewerking van diens vader J.B. Springer en A.L. van Gendt, is sinds 1982 rijksmonument. Het is een van de mooiste historische theaters van Nederland en in relatief ongeschonden staat bewaard gebleven. De schouwburg is van het internationale type van het lijsttheater of hoftheater, dat in de 19de eeuw in de belangrijkste schouwburgen van Europa (Italië, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en andere) werd toegepast, waarbij de eigenlijke zaal wordt voorafgegaan en omringd door een rijk gedecoreerd publieksgedeelte met hiërarchische ordening. Het gebouw is echter zodanig opgezet dat op het beperkte oppervlak aan de verschillende vereisten van een modern theater werd voldaan. De inwendige distributie of indeling van 1892 is grotendeels bewaard. De spectaculaire, authentieke structuur met gescheiden entrees en opgangen naar de verschillende rangen, waarbij de meest betalende bezoekers meer comfort werd geboden, wordt tegenwoordig helaas niet meer benut. De hoofdentree aan de voorzijde is tegenwoordig de enige publiekstoegang van de vier die nog in gebruik is.

Het silhouet van de schouwburg wordt vanaf het Leidseplein gedomineerd door de tweedeling van het publieksgedeelte en het toneelgedeelte in verschillende baksteentinten, die beide hun eigen dakvorm hebben. Het schouwburggedeelte is uitgevoerd in een gladde rode baksteen, afgewisseld met natuursteen voor accenten zoals negblokken, sluitstenen, consoles, archivolten en waterlijsten. De natuurstenen onderdelen benadrukken de verschillende onderdelen van het gebouw die grotendeels met de inwendige distributie corresponderen, de horizontale lijsten duiden de verdiepinghoogten aan. De toneeltoren is met een gewone bruine baksteen gemetseld. De verschillende, vooruitspringende trappenhuizen met hun afzonderlijke ingangspartijen zijn aan het exterieur als afzonderlijke elementen geaccentueerd en bekroond met torentjes, voorzien van hun eigen geleding in Hollandse renaissance- of zogenoemde 'Oud-Hollandsche'-ornamentiek. Deze stijl, een mengeling van 16de- en vroeg-17de-eeuwse vormen uit met name de Noordelijke Nederlanden, verwerkt in baksteen, natuursteen en gietijzer, kende zijn grootste populariteit in de jaren zeventig, tachtig en negentig van de 19de eeuw. De zijgevels hebben hun eigen, zelfstandig gearticuleerde uitspringende volumes, waarachter zich de artiesteningang en de rekwisieteningang bevinden.

Begin jaren negentig van de 20ste eeuw werden twee van de vier met zink beklede, betonnen beeldengroepen van Bart van Hove (1850-1914) hersteld, die oorspronkelijk de op 20 februari 1890 afgebrande voorganger van deze schouwburg sierden en tussen 1950 en 1987 in het Oosterpark stonden. Het allegorische, ca. 1,85 meter hoge beeld van de Comedie is na herstel in 1993 op de dakrand boven de centrale ingang van de schouwburg geplaatst.

Achter de schilderachtige gevels van Jan Springer zijn enkele voor de late 19de eeuw revolutionaire bouwtechnieken verwerkt. In de nieuwe schouwburg werden de allerhoogste eisen aan brandwerendheid gesteld, wat voor technisch zeer innovatieve constructiemethoden zorgde. Dit alles moest worden gecamoufleerd om het publieksgedeelte met de zaal zijn bekende, weelderige en feeërieke uitstraling te geven.

De stadsschouwburg is een icoon geworden van de laat-19de-eeuwse burgerlijke cultuur in Nederland met zijn bijbehorende rituelen. Het was ooit het vlaggenschip en middelpunt van het Amsterdamse uitgaansleven. Daar komt nog bij dat het gebouw in de loop der tijd als monument van de geschiedenis van het Nederlandse theater of breder, van de Nederlandse uitgaanscultuur is gaan fungeren. In het publieksdeel is een nog altijd groeiende collectie geschilderde en gebeeldhouwde portretten van beroemde personen uit de theatergeschiedenis bijeengebracht - waarvan talrijke speciaal voor deze locatie vervaardigd - en toepasselijke muurschilderingen aangebracht, die het monument letterlijk tot een gedenkteken hebben gemaakt.

Van recenter datum is de functie die de schouwburg bij speciale festiviteiten vervult. Bij het jaarlijkse boekenbal, huldigingen en feestelijke intreden fungeert het steeds vaker als stadspaleis. De stadsschouwburg is daardoor behalve een historisch en authentiek, nog steeds een levend monument van onze cultuur. In 1998 kregen de entree - die oorspronkelijk voor het publiek met een hek was afgesloten -, de kassahal en de passage van de Stadsschouwburg een opknapbeurt. In 2006 kreeg de schouwburg een 'vlakke vloerzaal' die aan de achterzijde van het gebouw werd aangebouwd. Daar was jarenlang een discussie aan vooraf gegaan over de bouwhoogte.

Gebruikte literatuur:

  • David Keuning en Lydia Lansink. A.L. van Gendt (1835-1901), J.G. van Gendt (1866-1925), A.D.N. van Gendt (1870-1932), Architecten in zaken. Rotterdam: 1999: p. 140
  • F. Schmidt. Stadsschouwburg. Beschrijving van Leidesplein 26 (Marnixstraat 429). Amsterdam: Bureau Monumenten & Archeologie, 2003
  • H.J. Zantkuijl. 'De Stadsschouwburg. Een functioneel gebouw'. Jaarboek Amstelodamum 73 (1981): p. 104-114

[Overige literatuur]

MIP-nummer: 10308
Functie: Stadsschouwburg
Jaartal: 1891-1894
Bouwstijl: Neorenaissance XIXB

Het Monumenten Inventarisatie Project, afgekort MIP, is een landelijk project van de Nederlandse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dat tussen 1986 en 1995 werd uitgevoerd. In de MIP-database zijn cultuurhistorische gegevens opgenomen van 152.400 waardevolle Nederlandse gebouwde objecten uit de periode 1850-1940. Het inventarisatieproject leidde tot de aanwijzing van rijksmonumenten: het Monumenten Selectie Project (MSP). Niet alle MIP-panden werden beschermde rijksmonumenten. Meer informatie: www.nationaalgeoregister.nl.

Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 46503
Adres: Leidseplein 26
Adressen: Leidseplein 26 ;Marnixstraat 421 ;Marnixstraat 427 ;Marnixstraat 429
Inschrijvingsdatum: 29-05-1985
Redengevende omschrijving: Stadsschouwburggebouw, bestaande uit een zelfstandig, rijk gedetailleerd toeschouwersgebouw en een eveneens zelfstandig, doch hoger opgetrokken toneelgebouw waaromheen diverse nevenruimten zijn gegroepeerd, uitgevoerd in neo-Hollandse Renaissance-stijl naar het op een avant-project van W. Springer gebaseerd ontwerp van J.L. en J.B. Springer en A.L. van Gendt in 1892-'94 ter plaatse van de oude, door brand verwoeste schouwburg - waarbij wederom de Lijnbaansgracht ten dele is overkluisd - op een min of meer symmetrische grondslag. Het toeschouwersgebouw telt twee hoge bouwlagen en een entresol en bevat voorts een naar voren uitgebouwd ingangsportaal met overdekte galerij, geflankeerd door twee torens, en een nog verder naar voren uitgebouwde overdekte doorrit met in oorsprong drie open doorgangen in de lange zijde, en in de teruggerooide hoeken aan weerskanten twee uitbouwen met afgeschuinde zijde en erker met torentje, oorspronkelijk bestemd ter huisvesting van de plaatsburelen en de opgangen naar de bovengaanderijen; de beide lange zijgevels bevatten elk aan de Z.O.zijde een risaliet, met toren, waarin geheel stenen trappenhuizen zijn ondergebracht, met aan de zijde van de Marnixstraat een tweede, door een luifel overdekte doorrit (ten behoeve van hooggeplaatst bezoek) en aan de N.O.zijde van het Leidseplein een hoge uitgebouwde rookkamer, en voorts elk een zeer smal middenrisaliet met hijsluik en nooduitgang, aansluitend op de brandgang. Onmiddellijk hieraan grenst het vier bouwlagen tellende toneelgebouw dat aan elk der beide lange zijden een zijrisaliet met dubbele toegang naar de corridor achter het toneel bezit en aan de Marnixstraat tevens de artiesteningang. Het geheel is in baksteen opgetrokken op natuurstenen sokkel, met diverse Renaissance-ornamenten als zuilen, pilasters, frontons, voluten, balustrades, hoekblokken, banden, obelisken, vazen en mascarons in natuursteen, en voorts met toepassing van gele siersteen in omlijstingen ter afwisseling, onder een samenstel van met leien en zink gedekte daken met omlopende, gekorniste kroonlijst - het toeschouwersgebouw onder mansardekap met drie oeils-de-boeuf aan de voorzijde en een luchtverversingskoker midden op de kap, het toneelgebouw onder een flauwhellend zadeldak met aan voor- en achterzijde een fronton bekroond door een lier, geflankeerd door obelisken, de hoektorens onder tentdaken met open lantaarns, de overdekte doorritten plat afgedekt met luifels en voorzien van sierhekken ten behoeve van een terras, evenals de door een balustrade omgeven uitbouw met rookzaal. De drie vensterassen tellende voorgevel (Z.O.) bevat voorts op de verdieping boven de entresol drie grote rondboogvensters in door balustrades met gietijzeren lantaarns en gekoppelde zuilen afgesloten loggia's, en aan de bovenzijde een balustrade met in het midden een fries met de letters SPQA; de teruggerooide topverdieping bevat gekoppelde vensters en een fries met consoles en kroonlijst. De torens te weerszijden bevatten op de beganegrond aan de Z.O. zijde aankondigingsborden met natuurstenen omlijsting het hermen en rolwerk, en in de haaks daaropstaande gevels de recht afgesloten doorgangen van de overdekte galerij; op de verdieping blindnissen met frontons en terzijde een plaquette met jaartal van voltooiing Ao 1894, en in de top rondboogvensters met balustrade in een nis. De lange zijgevels tellen in totaal twaalf vensterassen en zijn in vergelijkbare trant uitgevoerd, met toepassing van vensters in het souterrain en met dakkapellen in de lagere vleugels met dienstvertrekken te weerszijden van het toneelgebouw. De op de verdieping uitgebouwde rookkamer is voorzien van rondboogvensters in nissen, zoals het toeschouwersgebouw, en van gietijzeren lantaarns. De sober gedetailleerde achtergevel van het toneelgebouw is voorts op de verdieping voorzien van smalle ijzeren vluchtbalconnetjes die om de hoeken in de zijrisalieten worden voortgezet, en van kleine vierkante bovenlichten met getoogde omlijsting in de top. Het in de neo-Barokke trant aangeklede interieur bevat in de meeste verkeersruimten alsmede in de foyers en rookzaal gepleisterde wanden met pilasters van verschillende orden en soms ten dele verguld, gestucte deuromlijstingen, rondboogvormige nissen en diverse lijsten met telkens weerkerend motief van een reeks van drie guttae. Op de beganegrond is aansluitend op de bijna vierkante entreehal de ronde vestibule-de-distribution van dertien meter doorsnee gesitueerd die met twee reeksen van vier granieten zuilen te weerszijden van de doorgangen naar de links en rechts gelegen hoofdtrappenhuizen de eigenlijke schouwburgzaal ondersteunt, welke op de eerste verdieping is ondergebracht. Deze zaal is hoefijzervormig en wordt overdekt door een aan een niet in het zicht komende stalen spantconstructie opgehangen koepel met in het midden een rijk versierd luchtrooster en rondom een cirkelvormig tongewelf; de eigenlijke zaal bevat op de parterre aaneengesloten roodpluche stoelenrijen en wordt omgeven door verhoogde - in 1938 gewijzigde - baignoires voorzien van verdiepte panelen met profiellijsten en een doorlopende vergulde bladerrand, voortgezet in de lambrizering langs de zijtrappen. Daarboven zijn de logeplaatsen ondergebracht waarvoor balcons zijn uitgebouwd voorzien van cartouches met in vergulde letters de namen van enkele toneelschrijvers en spelers, en gesteund door samengestelde pijlers met consoles; middenachter is hier plaats ingeruimd voor de koninklijke loge, afgescheiden door lage hekjes en gemarkeerd door het Nederlands wapenschild dat bij de eerste gaanderij is aangebracht, terwijl de eigenlijke logeverdieping hier is versierd met een muziek- en toneeltrophee en de top met een schild waarop de letters SPQA; de logeverdieping wordt verder doorbroken door twee paar gekoppelde reuzenzuilen - op de postamenten voorzien van verguld stucwerk met toneel- en muziekmotieven - die twee smalle balcons van de eerste gaanderij, voorzien van een gewelfd profiel - tussen zich inklemmen, respectievelijk een tragedie- en een comediemasker bevattend, en die verder de tweede gaanderij dragen van waaruit verschillende bogen ontspringen tot ondersteuning van de koepel, terwijl de kop telkens twee kransdraagsters met respectievelijk het Nederlands en Amsterdams wapen bevat; ook direct te weerszijden van het toneel zijn twee smalle balcons aangebracht, gesteund door karyathiden voorzien van een stucwerkomlijsting waarin in de top putti zijn opgenomen; alle plafonds onder de balcons zijn eveneens van stucwerk voorzien; de oorspronkelijke koepelschildering is inmiddels overschilderd. In de zwikken van de korfbogen boven de tweede gaanderij zijn palmetten en schilddragende figuren in reliëf aangebracht terwijl de zwikken van de koepel elk twee putti met schild en masker in reliëf bevatten. Het proscenium wordt afgesloten door een brede boog met cassetten, terwijl aan de zijde van de zaal in de top een schild is aangebracht met een reliëfvoorstelling van een bijenkorf met rozenstruik ter herinnering aan de eerste, door Samuel Coster aan de Keizersgracht gestichte houten schouwburg, en verder een vergulde bladerrand en wapenschilden. Het eigenlijke toneel is rechthoekig van vorm en wordt omgeven door hoogopgaande zware baksteenmuren, gedeeltelijk met steunberen, en voorts door drie werkgalerijen die door ijzeren trappen onderling zijn verbonden in een hoge vide; voorts is er een verdiepte orkestbak ondergebracht. De gangen rondom de schouwburgzaal en gaanderijen worden door kleine troggewelven overkluisd; de wanden bevatten portretten van bekende toneelspelers uit verschillende perioden, evenals de bordessen in de trappenhuizen. De foyers en rookzaal bevatten een constructie van zware, haaks op elkaar staande, geprofileerde en gestucte balken. De trappenhuizen zijn geheel in steen uitgevoerd en bevatten veel siersmeedwerk in de vorm van de rondom doorlopende hekken met vazen en door bollen bekroonde trappalen en bundelcolonnetten. In de meest Z.O. gesitueerde toren is op de beganegrond nog de oorspronkelijke constructie aanwezig - die in de meer Z.W. gesitueerde toren ten dele is verdwenen - van vier pijlers met ronde scheibogen en in het midden een koepelgewelf en daaromheen troggewelven vanwaar links en rechts de opgangen naar de hooggelegen gaanderijen aanvangen. Stadsschouwburggebouw van een voor de tijd van ontstaan kenmerkende architectuur waarin enerzijds een functionele benadering is toegepast - met zichtbaar gebruik van afzonderlijke bouwvolumes voor ruimten met een eigen bestemming, en verwerking van eigentijdse technisch vindingen zoals luchtverversings- en hijsinstallaties en een stalen kap-constructie, alsook met nastreving van grote bruikbaarheid, brandveiligheid en toegankelijkheid door middel van aparte toegangen voor de verschillende verdiepingen en van overdekte doorritten - maar die anderzijds, zoals destijds bij openbare gebouwen gebruikelijk was, geheel wordt gedomineerd door een exterieur in neo-Hollandse Renaissance-stijl en een voor schouwburgen kenmerkende neo-Barok interieur, geinspireerd op buitenlandse (Duitse schouwburgen en de Opera te Parijs) voorbeelden en rijke stucdecoratie en allegorische, op toneel en muziek betrekking hebbende decoratie, alsook met een voor de tijd kenmerkende doorvoering van onderscheid naar rangen, tot uitdrukking gebracht in de scheiding van de toegangen en foyers en naar gelang van de rang rijke of sobere detaillering; voorts van stedebouwkundige betekenis wegens de historische situering aan het Leidseplein, bovendien door de uitbouw van de overdekte doorritten zeer markant in de zicht-as van de Leidsestraat gelegen.

RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.

Stadsschouwburg, Leidseplein 26 (© Walther Schoonenberg)
Stadsschouwburg, Leidseplein 26
Stadsschouwburg (© Walther Schoonenberg)
Stadsschouwburg
Voorgevel (© Walther Schoonenberg)
Voorgevel
Balkon (© Walther Schoonenberg)
Balkon
Voorgevel van de Stadsschouwburg (© Walther Schoonenberg)
Voorgevel van de Stadsschouwburg
Ingangspartij met balkon (© Walther Schoonenberg)
Ingangspartij met balkon
Detail van de voorgevel boven het balkon (© Walther Schoonenberg)
Detail van de voorgevel boven het balkon
Beeld van de Comedie op de gevel (© Walther Schoonenberg)
Beeld van de Comedie op de gevel
Beeld van de Comedie op de gevel (© Walther Schoonenberg)
Beeld van de Comedie op de gevel
Detail van de voorgevel (© Walther Schoonenberg)
Detail van de voorgevel
Detail van de gevel (© Walther Schoonenberg)
Detail van de gevel
De hoek met de Marnixstraat (© Walther Schoonenberg)
De hoek met de Marnixstraat
Jaarsteen 1894 (© Walther Schoonenberg)
Jaarsteen 1894
Ingangspartij aan de zijgevel (© Walther Schoonenberg)
Ingangspartij aan de zijgevel
Detail van een poortje in de zijgevel (© Walther Schoonenberg)
Detail van een poortje in de zijgevel
Achterste gedeelte van de zijgevel in de Marnixstraat (© Walther Schoonenberg)
Achterste gedeelte van de zijgevel in de Marnixstraat
Lijnbaansgracht loop onder de Stadsschouwburg door. (© Walther Schoonenberg)
Lijnbaansgracht loop onder de Stadsschouwburg door.
Zicht op de Stadsschouwburg vanuit de Leidsestraat (© Walther Schoonenberg)
Zicht op de Stadsschouwburg vanuit de Leidsestraat
Stadsschouwburg
Stadsschouwburg
Schouwburgzaal
Schouwburgzaal
Schouwburgzaal
Schouwburgzaal
Leidseplein 26
Leidseplein 26
Oude Stadsschouwburg aan het Leidseplein
Oude Stadsschouwburg aan het Leidseplein
Oude Stadsschouwburg met stenen ommanteling aan het Leidseplein met de Lijnbaansgracht
Oude Stadsschouwburg met stenen ommanteling aan het Leidseplein met de Lijnbaansgracht
Ontwerp Stadsschouwburg. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Ontwerp Stadsschouwburg. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Ontwerp Stadsschouwburg. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Ontwerp Stadsschouwburg. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Ontwerp Stadsschouwburg. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Ontwerp Stadsschouwburg. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Ontwerp Stadsschouwburg. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Ontwerp Stadsschouwburg. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Stadsschouwburg, lengtedoorsnede. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Stadsschouwburg, lengtedoorsnede. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Stadsschouwburg, plattegronden parterre en begane grond.	Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Stadsschouwburg, plattegronden parterre en begane grond. Bouwtekening A. L. van Gendt, Jan Bernard Springer, J. L. Springer
Cityvorming in beeld. Leidseplein gezien vanaf Singelgracht met v.l.n.r. brandweerkazerne, Americanhotel en Stadsschouwburg.
Cityvorming in beeld. Leidseplein gezien vanaf Singelgracht met v.l.n.r. brandweerkazerne, Americanhotel en Stadsschouwburg.
Voorgestelde uitbreiding
Voorgestelde uitbreiding
Voorgestelde uitbreiding
Voorgestelde uitbreiding
De Lijnbaansgracht loopt onder de Stadsschouwburg door. (© Walther Schoonenberg)
De Lijnbaansgracht loopt onder de Stadsschouwburg door.

Laatste wijziging: augustus 2021

[Over deze website]   [Contact opnemen]   [Inloggen]