Singel 250-256
Nederlandsch-Indische Handelsbank
Naam: Nederlandsch-Indische Handelsbank
Adres: Singel 250-256
Oud adres: 250: LL76, wijk 30, klein nr. 379, kadaster F340, verponding 5054
252: LL77, wijk 30, klein nr. 380, kadaster F341, verponding 5053
254: LL78, wijk 30, klein nr. 381, kadaster F342, verponding 5052
256: LL79, wijk 30, klein nr. 382, kadaster F343, verponding 5051
Postcode: 1016AB
Gebouwtype: Handelsgebouw/kantoor
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl:
Traditionalisme
Bouwjaar: 1910-1912, 1927
Architect: J.P.F. van Rossem / W.J. Vuyk (1912); A.L. van Gendt (1927)
Opdrachtgever: Nederlandsch-Indische Handelsbank
(13 afbeeldingen)
Nieuwbouw voor een handelsbank uit 1912, op 8 kavels, 16 raamassen breed, in historiserende stijl, natuurstenen gevel met pilasters en festoenen en beëindigd met een hoofdgestel en balustrade. De pilasters hebben een basement op sokkel en korinthisch kapiteel. In het interieur zijn enkele onderdelen bewaard gebleven uit de panden die voor de bouw gesloopt moesten worden. (Eén van de 200 nieuwe Rijksmonumenten uit de periode 1850-1940, in 2001 op de monumentenlijst geplaatst.)
In 1910 werden vijf huizen gesloopt voor een handelsbank, Nederlandsch-Indische Handelsbank (NIHB). Deze bankinstelling werd op 14 juli 1863 in Amsterdam opgericht als dochtermaatschappij van de Algemeene Maatschappij voor Handel en Nijverheid "met het oog op de dringende behoefte aan meerdere credietinstellingen voor onze volksplantingen". De NIHB was een koloniale bank, dat wil zeggen een bank met een Nederlands hoofdkantoor maar vooral werkzaam in de overzeese gebiedsdelen. Buiten het verrichten van gewone bankzaken is het doel van de bank het oprichten van en het deelnemen in industriële en commerciële ondernemingen. Dat met name in Indië in de vorm van kredietverlening aan cultuurondernemingen en andere industriële- en handelsondernemingen, het verschaffen van kredieten op onderpand van onroerende goederen, de uitgifte van pandbrieven en de handel in koloniale producten. De NIHB was vooral in de beginjaren een succesvolle onderneming die het grootste deel van haar winst uit het Indische bedrijf haalde. In 1913 werd een boek uitgebracht met de geschiedenis van de bank. Het boek heeft de titel Ter herdenking van het vijftigjarig bestaan der Nederlandsch Indische Handelsbank hebben directeuren de eer hiermee eenige cijfers en afbeeldingen aan hare vrienden aan te bieden: 1863-1913. In dit boek staan een aantal foto's van de (voormalige) bankgebouwen.
Het Nieuws van den Dag was in oktober 1912 lovend over het nieuwe hoofdkantoor aan het Singel: "Het nieuwe gebouw, met zijn statige gevels van hardsteen en Oberkirchner zandsteen, opgetrokken in Hollandschen renaissance-stijl, die doen denken aan den gevel van het Paleis op den Dam, maakt een indruk van deftige voornaamheid en oud-Hollandsche degelijkheid. (…) Het nieuwe gebouw, dat waarlijk getuigenis aflegt van kloeken handelsgeest en degelijke welvaart, mag in alle opzichten een sieraad van Amsterdam worden genoemd."
Het hoofdkantoor is inderdaad een uitdrukking van de rijkdom van de bankinstelling. Het op een vierkante grondplan ontworpen gebouw had een pilastergevel met middenrisalieten met fronton aan de zijde van het Singel en een aan de zijde van de Raadhuistraat, in een architectuur die inderdaad herinnert aan het Hollands Classicisme (denk aan het stadhuis op de Dam). Tot in de details is de vormgeving van de van de 17de eeuw eeuw toegepast; zie bijvoorbeeld de festoenen tussen de pilasters. Echter, het oorspronkelijke gebouw was veel kleiner dan het huidige gebouw aan het Singel. In 1926/27 werd het complex ter linkerzijde vergroot, waarvoor opnieuw, ditmaal drie huizen werden gesloopt. Bij deze vergroting verdwenen de frontons en kreeg de gevel een rechte gevelbeëindiging met balustrade. Voor de symmetrie werd een tweede risaliet aangebracht.
Het gebouw is een typische uitdrukking van de cityvorming van de vroege 20ste eeuw. De quasi-17de-eeuwse architectuur laat zien dat particuliere instellingen als banken na de omslag in het denken over de binnenstad rond 1900 zochten naar een aanpassing van grote gebouwen aan de voorname historische omgeving van de Amsterdamse binnenstad. Als gevolg daarvan loopt het eclecticisme van de 19de eeuw in de Amsterdamse binnenstad (bijv. Singel 236) na 1900 gewoon door, de vernieuwing in de architectuur die Berlage bracht ten spijt. Dit gebouw is daar een goed voorbeeld van.
De bank heeft tot 1967 bestaan. Vanaf 1963 werd het gebouw gebruikt als hoofdkantoor van de Amsterdamse Gemeentegiro. Bij een overval in 1976 ontvluchtten de (nooit gepakte) overvallers per speedboot over de gracht. Het gebouw werd hoofdpostkantoor nadat het vorige hoofdpostkantoor, aan de NZ Voorburgwal 182, was gesloten (1988). In 2011 sloot het postkantoor de deuren en werd het voormalige bankgebouw een bedrijfsverzamelgebouw. Het heeft een fraai, goed bewaard gebleven interieur. In het interieur zijn ook nog enkele onderdelen aanwezig uit de panden die voor de bouw gesloopt werden.
Gebruikte literatuur:
Vincent van Rossem. 'Moderne architectuur in de schaduw van het modernisme.' Bulletin KNOB 2008-4: p. 138-146
MIP-nummer: 10309
Functie: Bankgebouw
Jaartal: 1910-1912; 1927
Bouwstijl: Traditionalisme
Het Monumenten Inventarisatie Project, afgekort MIP, is een landelijk project van de Nederlandse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dat tussen 1986 en 1995 werd uitgevoerd. In de MIP-database zijn cultuurhistorische gegevens opgenomen van 152.400 waardevolle Nederlandse gebouwde objecten uit de periode 1850-1940. Het inventarisatieproject leidde tot de aanwijzing van rijksmonumenten: het Monumenten Selectie Project (MSP). Niet alle MIP-panden werden beschermde rijksmonumenten. Meer informatie: www.nationaalgeoregister.nl.
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 518368
Adres: Singel 250-256
Adressen: Singel 250
Inschrijvingsdatum: 22-04-2002
Redengevende omschrijving: In 1910-1912 tot stand gekomen HANDELSBANK, in opdracht van de Nederlandsch-Indische Handelsbank, naar ontwerp van J.P.F. van Rossem en W.J. Vuyk. Gebouwd in de stijl van het neo-Hollands-classicisme en verbouwd en uitgebreid in 1926-1927 naar ontwerp van A.D.N. van Gendt. De zeven traveeën tellende uitbreiding werd uitgevoerd door de Nederlandsche Aannemingsmaatschappij v/h Firma H.F. Boersma ('s-Gravenhage).
Omschrijving. Oorspronkelijk had het vrijwel op vierkante grondplan ontworpen gebouw middenrisalieten met fronton aan de zijde van het Singel en een aan de zijde van de Raadhuistraat. Bij de vergroting van 1926-1927 verdwenen de frontons en kreeg het pand een rechte gevelbeëindiging met balustrade. In het interieur zijn enkele onderdelen bewaard gebleven uit de panden die voor de bouw gesloopt moesten worden. Zo is er stucwerk en een Lodewijk-XIV schoorsteen in de kleine vergaderzaal. Deze zijn afkomstig van het voormalige pand aan het Singel genaamd 'd'Appelboom'. Verder in het interieur zeer fraaie glas-in-lood ramen met voorstellingen van Demeter, Dionysos, Pomona, Artemis. Verder lambrizeringen, panelen met geweven behang, enkadrering van deur en schoorsteenboezem in neo-classicistische stijl met houten halfzuilen op sokkel. Lederen wandbekleding met hierop de landkaarten van Nederland en de archipel van het voormalige Nederlands-Indië; verder de wapens van beide delen en een legenda met een overzicht van de vestigingen van de Nederlands-Indische Handelsbank. Verlichtingsarmaturen in de stijl van de art nouveau en scheidingswanden met glas-in-lood raamvulling van de bovenlichten. Metalen opengewerkt vuurscherm voor de haard; wapenschilden van Nederland en voormalig Nederlands-Indië en symbolen van Mercurius. Vaste wandkasten met gesneden en gestoken ornamenten. Glas-in-lood panelen met arabesken, initialen NIHB (Nederlands-Indische Handelsbank) en symbolen van de dierenriem. Vloeren van parket en ingelegd hout, tapijt en terrazzo.
Kantoorpand van vier bouwlagen. De licht risalerende gevels zijn symmetrisch en sterk horizontaal en vertikaal geleed. De gevels zijn bekleed met natuursteen. Het geheel wordt gedekt door een groot afgeknot schilddak met shingles of leien in Maasdekking. Zinken afscherming op de ribben van de dakschilden en op de randen van het afgeknotte deel. Op de vier hoeken van dit deel een natuurstenen piëdestal met daarop een geornamenteerde vaas met grote ronde nodus. Aan beide zijden wordt het kantoorpand omgeven door een lage stoep met witte geprofileerde stoeppalen waartussen afhangende kettingen. Op het laagste punt worden deze kettingen aan de bestrating gebonden met een metalen verbinding.
Gevel aan de zijde van het Singel: Zestien traveeën brede gevel op hardstenen plint met hierin de vierkante vensteropeningen met traliewerk van het souterrain. In het midden van de gevel, met aan weerszijden zeven traveeën, bevindt zich de hoge centrale toegang. In een getoogde nis iets verdiept geplaatste hoge houten dubbele paneeldeur. Gestoken ornamenten op de panelen. Boven het kalf een groot halfrond bovenlicht. Op het gevelvlak bevindt zich rond de toging floraal en figuratief bouwbeeldhouwwerk. Op de begane grond vensters met zesruits roedenverdeling in de bovenlichten. De benedendorpel is iets afgeschuind. Gevel hiertussen is verder volkomen vlak en bekleed met blokken natuursteen met geaccentueerde voegen. Een eenvoudige uitkragende cordonlijst sluit deze sokkelzone af en vormt de overgang naar de twee verdiepingen, zestien vensterassen breed en voorzien van zeventien pilasters van een kolossale orde. De pilasters hebben een basement op sokkel en korinthisch kapiteel. De schuifvensters op beide verdiepingen hebben een zesruits roedenverdeling boven het kalf. Benedendorpels afgeschuind. Tussen de series vensters van de verdiepingen bevinden zich onderdelen met bouwbeeldhouwwerk. De twee linker-traveeën en de twee rechter-traveeën en de twee traveeën boven de toegangspartij tonen een tussen banden geklemd fries met meander en florale decoratie. De overige panelen tonen een rijk bewerkt festoen. Zowel links als rechts een zeer lichte risaliet. Op de hoeken van deze risalieten maakt de sokkel van de basementen van de pilasters een iets geprononceerde voorsprong. Ook de architraaf boven de kapitelen toont een lichte knik. Deze architraaf met fascia en geison gaat over in een onbewerkt fries waarna kroonlijst op consoles. Rechte gevelbeëindiging met omlopende natuurstenen balustrade met zestien dichte delen waartussen per travee vijf balusters. Natuurstenen leuning.
Gevel aan de zijde van de Raadhuisstraat (ongenummerd): Deze gevel is acht traveeën breed en toont eenzelfde opbouw en detaillering als de gevel aan de zijde van het Singel. Deze gevel heeft geen toegang. Op de hoek met de gevel aan de zijde van het Singel een hoekpilaster. Zeer licht middenrisaliet van vier vensterassen. Ook bij deze gevel bevatten de hoeken van de middenrisaliet een sokkel van het basement van de pilaster met iets geprononceerde voorsprong. Bij de twee linker- en rechter-vensterassen een tussendeel met meander en florale decoratie. Verder onderdelen als omschreven.
Waardering: In twee bouwperioden tot stand gekomen handelsbank in neo-Hollands-classicistische stijl van algemeen belang wegens architectuurhistorische waarde, als typerende uitdrukking van vroege cityvorming en aanpassing aan de voorname historische omgeving van de grote grachtengordel van de Amsterdamse binnenstad. Tevens van belang wegens de markante situering op de hoek van de Singel en Raadhuisstraat.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: februari 2017