Singel 442-446
De Krijtberg
Naam: De Krijtberg
Adres: Singel 442-446
Oud adres: 442: II479, wijk 33, klein nr. 477, kadaster F67, verponding 6117
444: II478, wijk 33, klein nr. 478, kadaster F68, verponding 6116
446: II477, wijk 33, klein nr. 479, kadaster F69, verponding 6115
Postcode: 1017AV
Gebouwtype: Kerk
Bouwstijl:
Neostijlen
Bouwjaar: 1835, 1881
Architect: Alfred Tepe (1881)
(39 afbeeldingen)
Op de plaats van 3 huizen werd in 1881 de neogotische Krijtberg gebouwd met een twee-toren-facade met twee 50 m hoge torens met spitsen aan het Singel met daarin hoge spitsboogvensters. Goed bewaard gebleven kleurrijk neogotisch interieur inclusief meubilair. Links van de kerk staat de pastorie met neoklassieke gevel uit 1835, oorspronkelijk met een fronton (achter dit gebouw lag vóór 1881 de schuilkerk, daarna de sacristie).
In 1654 kocht de jezuïet Pieter Laurensz (ook wel Petrus Laurentius genaamd, geb Antwerpen 1588) drie huizen aan het Singel. In het achterhuis van het grootste pand, 'De Crijtbergh' genaamd, liet hij een huiskerk bouwen voor de Amsterdamse gelovigen die zich hadden geschaard onder het patronaat van Sint Franciscus Xaverius. Het belijden van de katholieke godsdienst werd sinds de Alteratie immers slechts oogluikend toegestaan. De huiskerk was toegankelijk via de Katersteeg, die rechts van de huidige Pastorie op Singel 448 lag en het Singel verbond met de Herengracht (tussen Herengracht 423 en 425). In de Lijste van Paepsche vergaderplaetsen (1656) wordt vermeld dat "op de Cinghel bij de brouwerij van Lam in de Crijtberghen pater Lourens woont" en er zijn "papsch kerck met musick instrumenten" heeft, "die oock int Katerstegien vvtcompt, daer se met troepen tseffens sonder eenighe schroom ingaen". Pieter Laurensz was een invloedrijke jezuïet die o.a. Joost van den Vondel en vele vooraanstaande Amsterdammers heeft gedoopt. De kerkgemeente groeide zo snel dat in 1677 achter De Crijtbergh een nieuwe, ruimere galerijkerk werd opgetrokken, bereikbaar vanuit een steeg tussen de twee gebouwen aan het Singel. De galerijkerk was vergelijkbaar met de Doopsgezinde schuilkerk 't Lam er vlak naast. Deze kerk werd in 1835 enigszins vergroot, waarbij de twee huizen aan het Singel werden gesloopt en vervangen door de huidige pastorie. Beide bouwwerken lagen in elkaars verlengde en werden door één kap overdekt (zodat de huidige pastorie op Singel 448 tevens de breedte en hoogte van de galerijkerk aangeeft). Sindsdien was de kerk bereikbaar via een inwendige gang in de pastorie die nog steeds bestaat.
In 1879 begon de nog steeds groeiende geloofsgemeente met het uitwerken van nieuwbouwplannen. Tussen 1881 en 1883 verrees de een monumentale stadskerk naar ontwerp van de architect Alfred Tepe (1840-1920). Deze nieuwe Krijtberg besloeg de percelen Singel 442, 444 en 446 waarbij ook diverse inpandige huizen aan de Katersteeg verdwenen. Het bouwterrein telde 16,8 meter aan het Singel, verbreedde naar achteren tot ongeveer 25 meter en was 52 meter diep. De oude galerijkerk werd gesloopt en vervangen door een sacristie met daarboven een zaal, later bibliotheek, met een ronde Philibert- of schenkelkap. Dit enorme nieuwbouwplan veranderde de 'schuilkerk' in een zichtbare manifestatie van de herwonnen katholieke vrijheid na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853.
Tepe genoot zijn opleiding aan de Bauakademie te Berlijn en werkte van 1865 tot 1867 op het bureau van Vincent Statz te Keulen. Tepe was betrokken bij de restauratie en voltooiing van de Dom. De daar opgedane ervaring oefende een grote invloed uit op zijn Nederlandse werk. Van 1872 tot 1884 ontwierp hij ongeveer zeventig kerken, vrijwel allemaal in het aartsbisdom Utrecht, die vooral zijn geïnspireerd op de 15de-eeuwse Noord-Nederlandse en Rijnlandse baksteengotiek (neogotiek). Tepe hoorde tot een groep katholieke architecten, handwerkslieden en geestelijken die zich hadden verenigd in het Sint Bernulphusgilde. Deze broederschap bestudeerde de tradities van de kerkelijke kunst en droeg die uit in zijn eigen werk. Door de samenwerking van de verschillende disciplines ontstond een waar Gesamtkunstwerk waarin exterieur en interieur doordesemd zijn van de 'ware beginselen der kerkelijke kunst'.
De nieuwe Krijtberg heeft een bijzonder monumentale voorgevel met twee ranke, vijftig meter hoge traptorens. De kerk is toegankelijk via vier hoge spitsboogportalen waarin zich de deur bevindt met daarboven een spitsboogvenster. De twee middeningangen leiden naar het zo breed mogelijk gemaakte middenschip. De zijdeuren geven toegang tot de smalle zijbeuken die net breed genoeg zijn voor de processies. De uit gladde, machinale baksteen opgetrokken gevel wordt verlevendigd en opengewerkt door traceringen, balustrades, driepassen, spitsboogfriezen, wimbergen, nissen, pinakels en balustraden. De middenbeuk steekt hoog boven de aangrenzende bebouwing uit om zoveel mogelijk licht te kunnen binnenhalen. De traptorens geven ook toegang tot de galerijen waar in extra zitplaatsen was voorzien.
Het interieur van deze driebeukige kruisbasiliek imponeert met name door de rijke en kleurrijke afwerking. De polychromering kwam in twee fasen tot stand. De voorlopige beschildering werd in 1892-1893 gevolgd door een definitieve afwerking van het priesterkoor en de Maria- en Jozefkapel door het Utrechtse atelier van de beeldhouwer Friedrich Willem Mengelberg, eveneens broeder van het Bernulphusgilde. Goud, rood, groen en zwart overheersen. De rest van de kerk behield de voorlopige kleurafwerking tot de firma Hans Mengelberg's Interieurkunst in de periode 1927-1928 aan de slag ging. Toen kregen transept, middenbeuk, zijbeuken, tribunes, zangkoor en achterwand een veelkleurige afwerking waarin groen, blauw, roodbruin, violet, geel en bruin op de voorgrond treden. De inrichting van de kerk werd grotendeels verzorgd door de twee belangrijkste neogotische kunstnijverheidsateliers uit deze periode, dat van Mengelberg uit Utrecht en het Roermondse atelier van Cuypers en Stoltzenberg. De eerste leverde onder andere het hoogaltaar, de triomfbalk, het Maria-altaar, zandstenen beelden van jezuïetenheiligen, de Pietà en de 14 kruiswegstaties. De werkplaats van Pierre Cuypers maakte onder andere de preekstoel, het Jozefaltaar, de eikenhouten biechtstoelen en de kerkvloer. De gebrandschilderde glazen omspannen de periode 1885-1946. Op de eerste, meer neogotisch getinte fase met werk van Heinrich Geuer, F. Nicolas en Zonen (Mariakapel en Jozefkapel) en Otto Mengelberg (transeptvensters), volgde omstreeks 1930 werk van Willem Mengelberg dat zwaar van kleur en tekening is (linker zijbeuk, priesterkoor). Kort na de Tweede Wereldoorlog werden twee glazen geplaatst van Gisèle van Waterschoot van der Gracht.
Lang dreigde De Krijtberg het slachtoffer te worden van de naoorlogse ontkerkelijking. In 1968 stelde een bisschoppelijke werkgroep voor om de kerk, net als onder andere De Duif, af te stoten. Dankzij het volhardingsvermogen van vele 'vrienden en vriendinnen' van allerlei gezindte kon sloop worden voorkomen. Daarmee bleef een gaaf en - voor Nederlandse begrippen zeldzaam - oorspronkelijk neogotisch Gesamtkunstwerk bewaard.
Gebruikte literatuur:
- Dick van der Horst en Martin Pruijs. 'Tot cieraet deser stede'. 20 monumenten in de historische kern van Amsterdam Open Monumentendag 1994, Amsterdam, 1994: p. 36
- Hans Tulleners. Het Singel in Amsterdam. 23 monumenten aan een voormalige verdedigingsgracht. Open Monumentendag 1990. Amsterdam, 1990: p. 62
- Lydia Lansink en Peter van Dael. De Nieuwe Krijtberg. Een neogotische droom. Amsterdam: Stichting Frans Dubois Fonds, 1993
- Website van Bureau Monumenten & Archeologie (Jos Smit)
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 5399
Adres: Singel 442-446
Adressen: Singel 446
Inschrijvingsdatum: 22-04-1976
Redengevende omschrijving: Parochiekerk van de H.Franciscus Xaverius (De Krijtberg). Door Alfred Tepe van 1881-1883 gebouwde driebeukige kruisbasiliek met galerijen en vijfzijdig gesloten koor, geflankeerd door diagonaal geplaatste kapellen. Rijk gedetailleerde, in baksteen uitgevoerde voorgevel met op de hoeken traptoren. Het schip heeft schoorbogen. Het zeer rijzige en met zijn inrichting gaaf bewaarde interieur vormt een belangrijk tijdsdocument als schepping van de door de inzichten van het St.Bernulphusgilde geleide neogotiek.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: maart 2019