Prinsengracht 436
Paleis van Justitie
Naam: Paleis van Justitie
Adres: Prinsengracht 436
Postcode: 1017KE
Gebouwtype: Bestuurs-/openbaar gebouw
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl:
Neostijlen
Bouwjaar: 1663-1665, 1826-1829, 1892-1894
Architect: Daniel Stalpaert (1663), Jan de Greef (1826), W.C. Metzelaar (1892)
Restauratie: 2022
(26 afbeeldingen)
Voormalig weeshuis, werd in 1825 verbouwd tot Paleis van Justitie. De gevel van het voormalige weeshuis werd bij de verbouwing geheel vervangen door de huidige op het classicisme geïnspireerde voorgevel heeft een basement van natuursteen, bakstenen middengevels en een zware kroonlijst en gesloten balustrade en drie risalieten, elk bekleed met vier kolossale Corinthische pilasters. Interieur: Hal en trappenhuizen en bibliotheek van Metzelaar.
Het voormalige Paleis van Justitie (het gerechtshof van Amsterdam) kwam tot stand in de periode 1825/29, maar het gebouw heeft een oudere oorsprong. Hoewel als zodanig niet meer te herkennen is het Paleis van Justitie een grootscheepse verbouwing en uitbreiding van het uit 1663/65 daterende Aalmoezeniersweeshuis. Het college van aalmoezeniers of armenvaders was in 1613 opgericht en had als taak de zorg voor wezen en vondelingen, die als kinderen van niet-poorters niet voor opname in het Burgerweeshuis of een van de kerkelijke weeshuizen in aanmerking kwamen. Vijftig jaar later was een groter gebouw nodig. Met een grote mate van zekerheid kan stadsbouwmeester Daniël Stalpaert verantwoordelijk worden gesteld voor het ontwerp van het nieuwe weeshuis. Op 12 december 1663 werd de eerste paal geslagen en op 1 januari 1666 werd het weeshuis in gebruik genomen. Het gebouw was ontworpen voor de huisvesting van 800 personen, maar in de 18de eeuw waren het er al 1.300. In 1783 werd door stadsarchitect Abraham van der Hart een uitbreiding gerealiseerd waarbij de zijvleugels werden verhoogd en bij het gebouw getrokken. De woonomstandigheden waren niet al te best. C.J. Nieuwenhuis schreef in 1820: "Bijna alle kinderen zijn te klein van gedaante, zijn niet tot volle wasdom gekomen en hebben een verzwakte maag. Ze zijn bleek van kleur, hebben last van huidziekten en hoofdzeer. Er slapen drie tot vijf kinderen in een krib, de kamers zijn niet afdoende gelucht en er zijn teveel kinderen in een vertrek. Het eten is te zwaar en er is te weinig, met als gevolg, dat er schrokkerig wordt gegeten om genoeg te krijgen".
In de 19de eeuw kwam er een einde aan het weeshuis. Het werd op 1 mei 1825 ontruimd. Een nieuwe bestemming kreeg het gebouw toen de stad aan de gouverneur van Noord-Holland voorstelde er de rechterlijke macht van Amsterdam te huisvesten - die immers in de Franse tijd het stadhuis op de Dam moest verlaten en in het Prinsenhof was gehuisvest. Stadsarchitect Jan de Greef (1784-1835) tekende voor het ontwerp. Hij is er van 1824 tot 1832, vooral vanwege de inrichting van het gebouw, mee bezig geweest. Het weeshuisgebouw bleef bestaan, maar onderging een metamorfose met een nieuwe op het classicisme gebaseerde gevel. De sobere gevel van het voormalige weeshuis, met twee risalieten met frontons, werd niet representatief genoeg geacht voor het gerechtshof en werd ingrijpend aangepast. De Greef verwijderde de frontons en bracht een zware rechte lijst aan, met daarop een gesloten balustrade, waardoor het gebouw een meer horizontaler karakter kreeg. Hij behield de twee risalieten, maar bracht daartussen en aan de uiteinden meer naar voren komende risalieten aan. In een eerste ontwerp hadden de zijrisalieten pilasters en de middenrisaliet losstaande zuilen, maar dat ging niet door: alle drie risalieten kregen pilasters in een kolossale Corintische orde: een passende uitdrukkingsvorm voor een gerechtsgebouw. Ook werd een hardstenen basement aangebracht. In de middenrisaliet is de hoofdtoegang met hal en trappenhuis. De drie poortjes verwijzen naar het Paleis op de Dam. Boven de ramen van de eerste verdieping bevinden zich de aan D.J. van Lennep toegeschreven tekst in Latijn die als volgt vertaald kan worden: Onder uw bewind, doorluchtige Willem, is dit gesticht herbouwd en aan de wet en gerechtigdheid toegewijd, 1829. Ook is het rijkswapen afgebeeld. Het plan van De Greef om voor de ingang een plein en een brug aan te leggen vond geen doorgang.
Ook een deel van de bebouwing aan de Lange Leidsedwarsstraat kwam in de periode 1825/29 tot stand. Pas op 4 oktober 1836 werd het gebouw in gebruik genomen en verhuisde justitie naar de nieuwe locatie aan de Prinsengracht. Naast justitie huisvestte het gebouw van 1838 tot 1863 op de tweede verdieping aan de zijde van de Prinsengracht de Stadsbibliotheek, terwijl de vleugel links van 1833 tot 1875 als garnizoensziekenhuis en gemeentelijk noodhospitaal diende.
In de loop van de tijd werd het Paleis van Justitie herhaaldelijk uitgebreid en het interieur aangepast. Als gevolg van ruimtegebrek werden de oorspronkelijke binnenplaatsen bebouwd, de waterkelders hieronder verbouwd en in de hoge zalen extra insteekverdiepingen aangebracht. De belangrijkste verbouwing en uitbreiding vond plaats in 1892-1894, naar ontwerp van W.C. Metzelaar, ingenieur-architect van de Gevangenis- en Geregtsgebouwen. Het interieur van het gebouw dateert vooral uit deze bouwperiode.
In 1950 bereikte het complex zijn huidige omvang toen de naast- en achterliggende gebouwen aan de Prinsengracht, Leidsegracht en Lange Leidsedwarsstraat, waaronder het Stadsbestedelingenhuis, ten behoeve van het Paleis van Justitie door het Rijk werden aangekocht. Van de aangekochte bebouwing werd het interieur grondig en van het eigenlijke Paleis van Justitie minder ingrijpend gemoderniseerd, maar ook daar werden drastische ingrepen gedaan zoals de ontmanteling van de grote strafzalen. Door de inmiddels in het complex verzamelde justitiële diensten raakte het Paleis van Justitie overbelast en kampte het met een nijpend gebrek aan kantoor- en archiefruimte. In 1990 verhuisde het overgrote deel van de gerechtelijke instanties naar een nieuw gebouwencomplex aan de Parnassusweg. Alleen het gerechtshof van Amsterdam mocht, na aangekondigd verzet van enkele rechters en steunbetuigingen in de media, op de oude locatie blijven, maar uiteindelijk vertrok in 2013 ook het gerechtshof, naar het IJ-dock op de Westelijke Eilanden. Het gerechtsgebouw is verbouwd tot een luxuieus hotel.
Gebruikte literatuur:
- Ineke van Bronswijk. 'Afval als aalmoes. Weeshuis runde tussen 1673 en 1804 de vuilnisdienst.' Ons Amsterdam 50 (1998): p. 64-68
- J.T. Engels. Kinderen van Amsterdam - burgerweeshuis, aalmoezeniersweeshuis, diakonieweeshuis, sociaal-agogisch centrum. Zutphen, 1989
- Nanda Geuzebroek e.a. Vondelingen. Het Aalmoezeniersweeshuis van Amsterdam 1780-1830. Hilversum, 2020
- Mr. W.F.H. Oldewelt. 'Het Aalmoezeniersweeshuis'. Jaarboek Amstelodamum 61 (1969): p. 126-140
- Witteman. 'Het Paleis van Justitie. Inleiding bij het bezoek op 25 november'. Maandblad Amstelodamum 76 (1989): p. 121-122
MIP-nummer: 10299
Functie: Paleis van Justitie
Architect: Salm, G.B. en D. van Oort
Jaartal: 1864 en 1902
Bouwstijl: Neoclassicisme XIXB (G.B. Salm) Traditionele baksteenarchitectuur (D. van Oort)
Het Monumenten Inventarisatie Project, afgekort MIP, is een landelijk project van de Nederlandse Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dat tussen 1986 en 1995 werd uitgevoerd. In de MIP-database zijn cultuurhistorische gegevens opgenomen van 152.400 waardevolle Nederlandse gebouwde objecten uit de periode 1850-1940. Het inventarisatieproject leidde tot de aanwijzing van rijksmonumenten: het Monumenten Selectie Project (MSP). Niet alle MIP-panden werden beschermde rijksmonumenten. Meer informatie: www.nationaalgeoregister.nl.
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 4568
Adres: Prinsengracht 436
Adressen: Prinsengracht 436 A
Inschrijvingsdatum: 08-09-1970
Redengevende omschrijving: Paleis van Justitie, 1804-1825 naar ontwerp van I. Warnsinck en J.G.J. van Gendt verbouwd uit het Aalmoezeniersweeshuis (1633-1665). Gevel (in de kern 1663-1665, verder XIXa) met 3 risalieten, pilasters, rechte lijst en attiek.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: november 2022