Raamgracht 6-8
De Blauwe Bock
Naam: De Blauwe Bock
Adres: Raamgracht 6-8
Oud adres: 6: C554, wijk 14, klein nr. 3, kadaster G2751, verponding 3914
8: C555, wijk 14, klein nr. 4, kadaster G2752, verponding 3913
Postcode: 1011KK
Gebouwtype: Kerk
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl:
Hollands Classicisme
Bouwjaar: 1673, 1709
Architect: Philips Vingboons ?
Restauratie: 1967/68, 1981, 2016
(26 afbeeldingen)
Dubbel huis, met twee woonhuizen achter een gemeenschappelijke lijstgevel met twee ingangen met twee stoepen die samen een dubbele stoep vormen en een attiekverdieping met dwarskap. Achter deze gevel bevindt zich een schuilkerk voor de jezuïeten uit 1673. Bij de restauratie in 1981, onder directie van architect Pieter Pals, werden de verbouwingen, waardoor de eenheid van de gevel was verstoord, ongedaan gemaakt. 18de-eeuwse roedenverdeling bij deze restauratie aangebracht. Interieur: galerijkerk over de 1ste en 2de verdieping van het voorhuis met Dorische en Ionische zuilen die de galerijen dragen die aan drie van de vier zijden van de kerkruimte bevinden. Het 17de-eeuwse achterhuis heeft balkenlagen met sleutelstukken.
De statige voorgevel van een dubbel huis bestaande uit twee woonhuizen, bestaande uit een voor- en een achterhuis, elk met hun eigen ingang met een dubbel stoep, doet niet vermoeden dat zich daarachter een schuilkerk van jezuïten bevond. Maria Therese Tensini kocht op 27 januari 1672 een huis met ververij 'De Blauwe Bock' op de Verwersgracht, thans Raamgracht. De ververij werd afgebroken. In 1673 kwam de nieuwbouw gereed, waarin op de 1ste en 2de verdieping een huiskerk werd ingericht. De kerk floreerde gedurende de rest van de 17de eeuw. In 1676 klaagde de gereformeerde kerkenraad over de Paapse kerk op de Raamgracht waar de kerkdiensten door de open deuren en ramen op de straat te horen was. Er werd expliciet melding gemaakt van het gebruik van allerlei muziekinstrumenten. Het stadsbestuur werd geacht maatregelen te nemen en dat deed ze inderdaad. De papisten werden ontboden en er werd hen verteld dat zulke excessen niet konden worden getolereerd. Er werd hen opgedragen de diensten voortaan met gesloten deuren en ramen te houden. De kerk bleef dus bestaan. In 1681 wordt opnieuw melding gemaakt van de huiskerk, nl. op de lijst van de 'paapse vergaderplaatsen' (nr. 5).
In 1704 ontstonden er moeilijkheden met Rome toen men in Amsterdam de door Rome verworpen leer van Jansenius aanhing als gevolg waarvan de kerk in 1705 werd gesloten. Toen in 1708 ook de paters van de Krijtberg op het Singel en de Zaaier op de Keizersgracht hetzelfde lot ten deel vielen, werd in 1709 de huur opgezegd. Het huis werd daarna verbouwd tot twee aparte woonhuizen door het plaatsen van muren en het opdelen van de kerkruimte. Bij de restauratie door Pieter Pals in 1962-1967 werd de verbouwing van 1709 gedeeltelijk ongedaan gemaakt en de vierkante ruimte van de huiskerk teruggebracht, op de gehele 1ste en 2de verdieping van het voorhuis. Het is een voor Amsterdam typische galerijkerk, waarvan er in Amsterdam meer bestaan, met een galerij aan drie van de vier zijden: twee smalle galerijen aan weerszijden en een brede galerij aan de grachtzijde tegenover het altaar. Bijzonder fraai en van goede verhoudingen zijn de Dorische met daarop Ionische zuilen die de galerij dragen, evenals de balustraden van de galerij. In het voorhuis bevindt zich een spiltrap naar de kerkzaal die ook doorloopt naar de galerijen. Vermoedelijk is dit niet de oorspronkelijke trap naar de kerkzaal. De balustraden van de galerijen zijn overigens niet origineel. Deze zijn bij de restauratie ingebracht (afkomstig van elders, nl. een kapel van een bejaardentehuis in Scheveningen).
In het behoorlijk grote 17de-eeuwse achterhuis (blind aan de achterzijde) bevinden zich zalen met balkenlagen met korte sleutelstukken uit de bouwperiode. Het trappenhuis bevindt zich in een houten traptoren gebouwd tegen het achterhuis naast de binnenplaats tussen voor- en achterhuis.
Vermoedelijk is de galerijkerk ontworpen door Philips Vingboons die aan de overzijde woonde, op Raamgracht 21. Kort daarvoor had Vingboons de schuilkerk op het Begijnhof gebouwd, de Begijnhofkerk. De fam. Tensini had nauw contact met de kerk en de pastoor van het Begijnhof. Vingboons was zelf ook katholiek, maar kerkte bij de Franciscanen in de Boom in de Kalverstraat. Zowel de betrokkenheid van Vingboons met de katholieke gemeenschap als de stilistische overeenkomst met zijn andere werken rechtvaardigen de toeschrijving aan Vingboons. Ook de gevel is typisch voor het latere werk van Vingboons. De gevel is sober, vierkant en gesloten (met slechts vier vensterassen, dus met brede muurdammen) en heeft een attiekverdieping (op een ingekorte kroonlijst). Bij de verbouwing van 1709 zijn de kruisramen veranderd in schuiframen met roeden-indeling. Op een schilderij van Jan ten Compe is de oorspronkelijke 17de-eeuwse toestand van de gevel te zien, op basis waarvan Zantkuijl een reconstructie heeft gemaakt. Toch koos men er niet voor de 17de-eeuwse toestand terug te brengen, maar die van 1709.
Gebruikte literatuur:
- I.H. van Eeghen. 'Van schuilkerk tot Gulden Huis'. Maandblad Amstelodamum 54 (1967): p. 169-180
- Ir. R. Meischke. 'Amsterdamse kerken van de zeventiende eeuw.' KNOB-Bulletin 12 (1959): p. 87-130
- H.J. Zantkuijl. 'De schuilkerk der Jezuieten op de Raamgracht'. Maandblad Amstelodamum 46 (1959): p. 28-34
- H.J. Zantkuijl. 'Herziene reconstructie van de schuilkerk Raamgracht 6-8'. Maandblad Amstelodamum 55 (1968): p. 110-115
- H.J. Zantkuijl. Bouwen in Amsterdam. Amsterdam, 1993: p. 436
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 488338
Adres: Raamgracht 6-8
Adressen: Raamgracht 6 ;Raamgracht 8
Inschrijvingsdatum: 16-01-1995
Redengevende omschrijving: Het betreft een pand waarin twee huizen achter gemeenschappelljke gevel schuilgaan. Het complex dateert uit XVIIB en achter de voorgevel bevond zich van 1672 tot 1705 een huiskerk die door de Jezuieten werd bediend. Ene Maria Theresia Tensini kocht in 1672 het huis, alwaar de "Blauwe Bock" uithing. Naast of bij het huis stond een ververij (de Raamgracht heette vroeger Verwersgracht). Tensini laat een huiskerk op de eerste en tweede verdieping van het nieuwe perceel bouwen. In 1709 werd het bedehuis opgeheven en verbouwd tot twee aparte woonhuizen. Nummer 6 onderging in 1886 een algehele verandering. Nummer 8 toonde in die tijd nog een stljlvolle sobere classicistische gevel. Verbouwing vindt plaats in 1962 onder leiding van restauratie-architect P. Pals, wanneer de AVSV (vrouwelijke studentenvereniging van de UvA) het gebouw betrekt. De voorgevel werd in 1967 gerestaureerd.
Architectuurhistorie: Exterieur: Het gebouw heeft een gerende voorgevel en is nagenoeg rechthoekig van vorm. Het betreft een lijstgevel met attiek, waarin de bovenste verdieping is ondergebracht. Hoewel veel wijzigingen in de 18de en 19de eeuw (o.a. doorbreking van de lijst en de verandering der ramen) hebben plaats gevonden, ademt de voorgevel nog steeds de sfeer van het sobere Classicisme uit XVIIB.
Interieur: De twee in 1709 gesplitste woningen bestaan uit een voorhuis, tussenlid/binnenplaats en een dwarshuis als achterhuis over de volle breedte van het pand. De twee voorhuizen bevatten een kelder, bel-etage, eerste- plus kapverdieping. De grote "sael" in het achterhuis behoorde na de splitsing bij nummer 8. In 1886 is dit achterhuis weer gesplitst. Thans is de indeling van de vierkante huiskerk goed zichtbaar door de galerij op de eerste en het balkon op de tweede verdieping. De 17de eeuwse bouwsporen zijn in het pand nog rijkelijk aanwezig: in het achterhuis van nummer 8 op onderhuisniveau geheel links een XVIIB betegeld nisje. De kelder in het voorhuis bevat enkele kaarsennisjes. Hieruit valt op te maken dat deze ruimte als opslagruimte heeft gediend. De grote zaal van het achterhuis bezit een balklaag met korte sleutelstukken en ojief. Op de eerste verdieping idem met dubbel ojief-profiel. De eerste en tweede verdieping van 6 en 8 geven nog een goed beeld van de voormalige galerijkerk. Vier houten kolommen van de dorische orde vormen de gebedsruimte in een vierkant. De galerij met balustrade heeft vier houten kolommen in de zg. composieten orde. Op de tweede verdieping van nummer 6 bevindt zich aan de rechterbouwmuur de oude 17de eeuwse spiltrap. Het achterhuis wordt uiteraard door een dwarskap afgedekt. De twee voorhuizen door zadeldaken. Boven de attiek over de volle breedte van het pand een kleine dwarskap.
Waardering. Wegens de cultuurhistorische achtergrond de architectonische gaafheid van het gebouw - het betreft een goed voorbeeld van het 17de eeuwse classicisme - van belang als rijksmonument. Nummer 8 is in zijn totaliteit het gaafst bewaard gebleven. Ook de voorgevel in zijn 17de eeuwse detaillering en in zijn ij 18de eeuwse uitmonstering is gaaf te noemen.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: juli 2024