Lodewijk XIV
Tijdens de 18de eeuw overheerste in Amsterdam de Franse architectuur. De Lodewijkstijlen danken hun naam aan de Franse koningen. De Lodewijk XIV-stijl, in Amsterdam toegepast in de periode 1700-1740, is zwaar en classicistisch, de Lodewijk XV-stijl ofwel Rococo, in Amsterdam toegepast in de periode 1740-1770, is licht en zwierig. In tegenstelling tot Frankrijk, waar de Lodewijkstijlen vooral in het interieur worden toegepast en de gevels classicistisch blijven, is het typische ornamentwerk in Amsterdam ook aan de gevels zichtbaar. De Lodewijk XIV-stijl is te herkennen aan de barokke vormentaal in weelderige maar zware symmetrische krullen waarin veel acanthusblad is toegepast.
De belangrijkste architect uit deze periode is Daniël Marot (1661-1752), maar van hem is in Amsterdam slechts één gebouw met zekerheid aan hem toe te schrijven: het Van Brants-Rushofje aan de Nieuwe Keizersgracht 28-44. Daniël Marot was een zoon van een Franse hofarchitect die naar Nederland was uitgeweken en introduceerde de Lodewijk XIV-stijl in ons land.
Vanaf ca. 1725 werd de ruimte tussen de randen en krullen opgevuld met ruit- of schubmotieven volgens de stijl van het regentschap tussen Lodewijk XIV en XIV, die Regencé wordt genoemd. In Amsterdam zijn er veel hals- en klokgevels in deze stijl gebouwd, maar ook lijst- en verhoogde lijstgevels komen veel voor.
Zie ook deze introductietekst:
Laatste wijziging: april 2020