Keizersgracht 329
Huis Caron
Huisnaam: Huis Caron
Adres: Keizersgracht 329
Oud adres: KK300, wijk 35, klein nr. 226, kadaster E4003, verponding 5
Postcode: 1016EE
Gebouwtype: Woonhuis
Geveltype: Verhoogde lijstgevel
Bouwstijl:
Lodewijk XIV
Bouwjaar: 1740±, 1900±
Architect: F. Caron (±1900)
Opdrachtgever: Jan Isaak Fremeux (±1740), F. Caron (±1900)
(23 afbeeldingen)
Smal grachtenhuis vormde oorspronkelijk met nr. 331 een tweeling, met een verhoogde lijstgevel met omhooggebogen kroonlijst met versiering rond vlieringluik in Lodewijk XIV-stijl. Klein blind achterhuis waar achterhuis van nr. 327 achter langsloopt. Rond 1900 inwendig en uitwendig gewijzigd in Jugendstil naar ontwerp van Caron die hier ook woonde en werkte. Exterieur: Ondergevel gewijzigd, o.a. met balkon en hekwerk, geen stoep meer. Interieur: o.a. hal en trappenhuis, schouwen, deuren.
Dit smalle grachtenhuis van slechts twee raamtraveeën vormde oorspronkelijk met het buurpand aan de rechterzijde een tweeling, allebei met een identieke verhoogde lijstgevel met omhooggebogen kroonlijst met versiering rond vlieringluik in Lodewijk XIV-stijl. Rond 1900 werd het grachtenhuis verbouwd door de Amsterdamse architect François Marie Joseph Caron (1866-1945) die hier woonde en werkte van 1901 tot 1940. Caron is vooral bekend van het winkelhuis aan de Haarlemmerdijk 39, een uitgesproken ontwerp in Jugendstil voor een vis- en fruithandel. Op zijn woon- en werkadres respecteerde hij de 18de-eeuwse gevel, maar voegde er toch een eigen handtekening aan toe, door de ondergevel ingrijpend te wijzigen door het aanbrengen van een onderpui en ingangspartij op straatniveau en grote vensters en balkon op de hoofdverdieping en 1ste verdieping in de zwierige stijl die rond 1900 ook in Amsterdam even opgang deed, voordat de Amsterdamse School de overhand kreeg. Eigenlijk tegen de verdrukking in, want het is duidelijk dat Caron zich niets aantrok van de strenge beginselen van de zakelijkheid die Berlage propageerde. Caron kan een Amsterdamse meester van de Jugendstil of Art Nouveau worden genoemd (zie artikel Vincent van Rossem). Zijn woon- en werkadres liet hij naar eigen ontwerp ingrijpend wijzigen. De belangrijkste transformatie vond achter de gevel plaats. Dit belangrijke interieur is bijzonder goed bewaard gebleven. Het grachtenhuis bestaat uit een souterrain, hoofdverdieping en nog drie verdiepingen daarboven. Het huis heeft zoals de meeste grachtenhuizen ook nog een achterhuis dat door middel van een tussenlid verbonden is met het voorhuis. Tussen voor- en achterhuis bevindt zich zoals gebruikelijk een binnenplaats, die op de begane grond dichtgezet is. Bij de verbouwing werd de stoep gesloopt en de ingang verplaatst naar straatniveau. Daar werd een betegeld portiek gemaakt afgesloten met een smeedijzeren traliedeur. De voordeur heeft glas-in-loodvensters. Daarachter bevindt zich een halletje met een scheidingswand met deur met gezandstraald glas met eveneens Jugendstil-motieven. Achterin de gang bevindt zich het trappenhuis, dat door de verplaatsing van de ingang naar straatniveau extra belangrijk werd. Deze wordt niet alleen verlicht door de glas-in-loodvensters van de binnenplaats, maar ook door een lantaarn, geplaatst als trapbaluster. De houten lambrisering van het trappenhuis wordt voortgezet in de gang van de hoofdverdieping. De belangrijkste kamer, de voorkamer op de hoofdverdieping heeft een stucwerkplafond in Art Nouveaustijl met versierd middendeel en hoekornamenten en een grijswitte marmeren schouw. De grote vensters gaven veel licht in deze kamer, die vermoedelijk als werkruimte in gebruik was.
Het balkon op de 1ste verdieping heeft in het smeedijzeren hekwerk eveneens de typische vormgeving van de Art Nouveau, maar bevindt zich niet op de hoofdverdieping, maar op de verdieping daarboven. Balkons zijn aan de Amsterdamse grachtengevel vrij ongebruikelijk. Ze komen wel voor bij sommige 17de-eeuwse gevels, maar pas in de 19de eeuw wordt het balkon vaker toegepast, vooral bij de nieuwbouw in de nieuwe wijken rondom de binnenstad. Aan de grachten blijft het balkon vrij ongebruikelijk. Het is dan ook opmerkelijk dat Caron een balkon aan deze grachtengevel toevoegde. Van een raam werd een deur gemaakt zodat het balkon bereikbaar was vanaf de voorkamer, vermoedelijk de woonkamer van Caron.
Gebruikte literatuur:
- Vincent van Rossem. 'Amsterdam 1900. Francois Marie Joseph Caron (1866-1945).' Binnenstad 237 (dec. 2009)
- Historische Interieurs Amsterdam
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 2313
Adres: Keizersgracht 329
Adressen: Keizersgracht 329
Inschrijvingsdatum: 05-06-1970
Redengevende omschrijving: Pand met gevel onder verhoogde, gesneden lijst (XVIIIb).
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: mei 2017