Oostenburgervoorstraat bij 181
Hallen van Stork / Van Gendthallen
Naam: Hallen van Stork / Van Gendthallen
Adres: Oostenburgervoorstraat bij 181
Gebouwtype: Fabriek/loods
Bouwstijl:
Neostijlen
Bouwjaar: 1898, 1903, 1922
Architect: A.L. van Gendt
(8 afbeeldingen)
Vijf hallen naast elkaar in een functionele baksteenarchitectuur met neo-renaissance-invloeden in de detaillering. De eerste drie geschakelde hallen werden in 1898 voltooid, terwijl hal 4 en 5 resp. in 1905 en 1923 werden voltooid.
Op dit bedrijventerrein was in de 17de eeuw de scheepswerf en het pakhuis van de VOC gevestigd, het Oost-Indisch Zeemagazijn (1661-1663). Het was het grootste pakhuis van Amsterdam, maar is helaas niet bewaard gebleven. Op de ochtend van 13 april 1822 verscheen een grote scheur, die middag stortte de westelijke vleugel in, de volgende dag ook de oostvleugel en het middendeel met klokkentorentje. Uit archeologisch onderzoek in 2002 is gebleken dat de instorting het gevolg was van het van de fundering glijden van het muurwerk. Ook de scheepswerf is opgegraven. Die bleek eveneens gefundeerd te zijn.
Na de opheffing van de VOC in 1798 kwam het complex in handen van de staat, die het gebruikte als opslagplaats. In de 19de eeuw vestigde zich hier de Nederlandse Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmateriaal - het latere Werkspoor en Stork. Uitbreiding van de fabriek werd noodzakelijk door een bestelling van locomotieven en goederenwagons voor Zuid-Afrika. Het in Amsterdam veel gevraagde architectenbureau Van Gendt ontwierp toen een vijftal hallen in een functionele baksteenarchitectuur met enkele invloeden van de neo-renaissance in de detaillering. De middelste hal (hal 2) is hoger opgetrokken en heeft doorlopende bovenlichten. Het interieur wordt bepaald door ijzeren staanders en spanten. Thans is een herbestemming in voorbereiding.
De VOC beschikte op Oostenburg over nog meer gebouwen. Bewaard bleven het Nieuwe Magazijn en het kopgebouw van de Lijnbaan. Het hoofdgebouw van de VOC stond echter aan de Oude Hoogstraat 24.
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 518492
Adres: Oostenburgervoorstraat 181
Adressen: Oostenburgervoorstraat 181
Inschrijvingsdatum: 11-12-2001
Redengevende omschrijving: Inleiding. Vijf geschakelde fabriekshallen (van west naar oost: 1,2,3,4,5) in fasen tot stand gekomen in de ZW-hoek van het terrein van de voormalige Nederlandse Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel - het latere Werkspoor en Stork - begrensd door de Wittenburgervaart, de Oostenburgerdwarsvaart, de Oostenburgervaart en de spoorlijnen langs de Parallelweg. De toegang tot dit terrein ligt in het verlengde van de Oostenburgervoorstraat. Uitbreiding van de fabriek werd noodzakelijk door een bestelling van 40 locomotieven en 400 goederenwagons voor Zuid-Afrika. De bestaande bebouwing werd hiervoor gesloopt. A.L. van Gendt ontwierp de hallen 1,2 en 3 in een functionele baksteenarchitectuur met enkele invloeden van de neo-renaissance in de detaillering. De drie geschakelde hallen werden in 1898 voltooid. In deze hallen werden ook scheepsmotoren gefabriceerd, waaronder de eerste gietijzeren diezelmotor in 1903. In 1903 bouwde de Gebr. Van Gendt ALzn. hal 5, de locomotiefstelplaats. In 1910 werd deze hal verlengd. Hal 4 werd omstreeks 1905 gebouwd en bevatte de turbinestelplaats. De huidige situatie is ontstaan nadat in 1922 de turbinestelplaats en locomotiefstelplaats deels waren uitgebrand. Onmiddellijk na de brand zijn de hallen in de oorspronkelijke stijl herbouwd, onder leiding van architect G.J. Langhout.
NB. In de 19de eeuw vestigde zich op dit terrein de eerste grote machinefabriek, producent van stoommachines en ijzeren schepen. In 1845 bouwde P. van Vlissingen hier het eerste ijzeren stoomraderschip en in 1851 werden hier de sluisdeuren voor het Suezkanaal vervaardigd.
Omschrijving. De langgerekte hallen hebben alle een rechthoekig grondplan en gemetselde gevels. De hallen 1,2 en 3 hebben lange zadeldaken met lichtkap en gedeeltelijk met pannen. De middelste hal (hal 2) is hoger opgetrokken en heeft doorlopende bovenlichten. Gemetselde gevels op plint en decoratief gebruik van natuursteen boven bloktandlijsten. De voor- en achtergevels hebben een oplopend en getand fries met consoles en lisenen. Aan de achtergevel van hal 2 ontbreekt dit fries grotendeels. De vensters en deuren hebben vaak nog de oorspronkelijke gietijzeren kozijnen. Meerruits vensters met lichte toging en brede toegangen met houten schuifdeuren. De zijgevel aan de Wittenburgervaart heeft een serie 28-ruits vensters op de begane grond en een serie 12-ruits vensters daarboven. Enkele toegangs- en vensteropeningen zijn dichtgemetseld of vervangen. Interieur met houten kapconstructie. Hal 4 heeft een langgerekte en gedrukte mansardekap met lichtkap. Skeletbouw met gemetselde voor- en achtergevel met hoge toegangen en ijzeren vakwerkverdeling. Interieur met gelede ijzeren staanders en spanten en resten van de oorspronkelijke geleiding van de loopkranen. De dichte delen van de kap hebben een samenstel van langs- en dwarsregels. Hal 5 heeft een langgerekt en geknikt zadeldak. De gemetselde vijf traveeën brede voorgevel heeft een geknikte geveltop en oplopend getand fries en lisenen. Overwegend getoogde vensters met segmentvormige strek. Gevelbeëindiging met decoratief metselwerk. De gemetselde achtergevel heeft een geveltop met pleisterwerk en oplopend fries en lisenen en consoles op korte bloktandlijsten. Hier nog de oorspronkelijke meerruits roedenverdeling. Zijgevel met serie 28-ruits vensters op de begane grond en serie 12-ruits vensters daarboven. Nabij de ZO-hoek van de zijgevel bevindt zich een natuurstenen gedenkteken. Interieur met lichte ijzeren kapconstructie.
Waardering. In fasen tot stand gekomen ensemble van vijf geschakelde fabriekshallen van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische en typologische waarde. en als één van de laatste restanten van zware industrie en scheepsbouw van rond de eeuwwisseling in Amsterdam. Verder van historisch belang als herinnering aan de ontwikkelingvan de Nederlandse ijzer- en machinebouw techniek.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: april 2023