Oude Hoogstraat 24
Oost-Indisch Huis
Naam: Oost-Indisch Huis
Adres: Oude Hoogstraat 24
Gebouwtype: Bestuurs-/openbaar gebouw
Geveltype: Trapgevel
Bouwstijl:
Vroege Renaissance
Bouwjaar: 1606, 1633±, 1660±
Architect: Hendrick de Keyser
Opdrachtgever: VOC
Eigendom: Universiteit van Amsterdam
Restauratie: 1890, 1976
(63 afbeeldingen)
Het Oost-Indisch Huis is gebouwd rond een binnenplaats met drie vleugels uit verschillende perioden: de zuidvleugel uit 1606 van Hendrick de Keyser, de noord- en westvleugels uit 1633 (met een classicistisch poortje) en de oostvleugel uit 1891 in neo-renaissance, waarbij een architectonisch geheel werd verkregen. Rolwerkgevel, ontlastingsbogen, lelieankers, poortje. Interieur: moer- en kinderbalkenplafonds (gereconstrueerd), Bewindhebberszaal (gereconstrueerd in 2001), gewelf in de kelder.
De Vereenigde Oostindische Compagnie of in hedendaagse spelling Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was een in 1602 opgerichte handelsonderneming met een monopolie op de overzeese handel tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en het gebied ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat Magellaan. Het kan de vroegste naamloze vennootschap met aandeelhouders worden genoemd. De handelsonderneming richtte zich niet alleen op de handel tussen Europa en Azië, maar ook op de inter-Aziatische handel. De VOC had zes "Kamers", in Amsterdam, Middelburg, Hoorn, Enkhuizen, Delft en Rotterdam. Uit de lokale bewindhebbers werd het centrale bestuur gekozen, een gezelschap van zeventien man, de Heren XVII, dat twee of drie maal per jaar afwisselend zes jaar achtereen in Amsterdam en vervolgens twee jaar achtereen in Middelburg bijeen kwam.
In 1603 huurde de VOC een deel van het Bushuis op de hoek van de Kloveniersburgwal en de Oude Hoogstraat (dit gebouw werd in 1891 gesloopt en vervangen door het huidige neogotische gebouw). In 1606 besloot men een nieuw gebouw neer te zetten naast het Bushuis. Een poort met Toscaanse halfzuilen aan de Oude Hoogstraat en een doorgang met gemetselde gewelven leidt naar een binnenplaats met de indrukwekkende gevel van dit gebouw. Op deze binnenplaats werd het scheepsvolk aangemonsterd. Tot haar opheffing in 1798 was de VOC hier gehuisvest. Haar grote bedrijfscomplex lag op Oostenburg. Het Oost-Indisch Huis heeft tot 1808 dienst gedaan als zetel van het koloniaal bestuur. Tegenwoordig is het gebouw een onderdeel van de Universiteit van Amsterdam.
De gevel kan toegeschreven worden aan Hendrick de Keyser, althans het Stadsfabriekambt waarover hij als stadssteenhouwer en -beeldhouwer, in feite stadsarchitect, de leiding had. Het heeft alle kenmerken van zijn stijl, de zgn. 'stadsstijl' van de vroege 17de eeuw: de bekende zandstenen blokken en banden, de versieringen onder de ontlastingsbogen en de afsluitende balustrade op de topgevel (verg. de maskers met die van OZ Voorburgwal 57). We kunnen spreken van renaissance in de trant van Hendrick de Keyser, alhoewel de rolornamenten in de topgevel nog herinneren aan de vroege renaissance van de 16de eeuw. De ingangspartij heeft een poortje dat eveneens typerend is voor het Stadsfabriekambt van Hendrick de Keyser en waarvan er nog enkele zijn in de stad.
Het Oost-Indisch Huis is in de 17de eeuw drie maal vergroot. Ergens tussen 1606 en 1625 werd de hoofdvleugel uitgebreid met een westvleugel die vervolgens in 1633/34 werd verlengd tot aan de Oude Hoogstraat, waarschijnlijk door Pieter de Keyser. Aan de straat werd toen ook een noordvleugel gebouwd waardoor de huidige binnenplaats tot stand kwam. Rond 1660 (begonnen in 1658, voltooid in 1661) volgde nog een uitbreiding aan de straat aan de rechterzijde van het complex met een sobere gevel. Na de sloop van het oude Bushuis op de hoek van de Kloveniersburgwal en de Oude Hoogstraat werd in 1891 naar ontwerp van rijksbouwmeester C.H. Peters een nieuwe oostgevel in oude (passende) stijl aan de binnenplaats gemaakt (de achtergevel van Kloveniersburgwal 48). Tevens werd de topgevel van het hoofdgebouw, de rolornamentengevel, gereconstrueerd. De vroeg-19de-eeuwse schuiframen werden vervangen door kruisvensters met details uit 1891 (bij de restauratie in 1976 vervangen door kruiskozijnen met een originele detaillering). Aan de achterzijde gebeurde dat echter niet. Sindsdien vormen de gevels van de binnenplaats een eenheid. Het is voor leken moeilijk te zien uit welke periode ze stammen. Het gebouw uit 1606 is de westgevel en de noordgevel tot aan de regenpijp: drie raamassen. Rechts daarvan en de oostgevel met de doorgang dateert uit 1633. De zuidgevel vormt onderdeel van het nieuwe Bushuis uit 1891. Als voorbeeld diende de gevel uit 1606, maar wie goed kijkt ziet dat het poortje in de noordgevel in de stijl van het Hollands Classicisme is opgetrokken. Ook de topgevel van de noordgevel heeft kenmerken van het Hollands Classicisme.
In 1976 werd het Oost-Indisch Huis gerestaureerd. De kruisvensters uit 1891 werden nu vervangen door kruisvensters met de oorspronkelijke detaillering. De topgevel-reconstructie bleef behouden. De restauratie gaf de architecten J. Schipper en B. van Kasteel de gelegenheid om aan de hand van een tekening van S. Fokke uit 1771 de eikenhouten zoldering van de grote zaal met moer- en kinderbinten en natuurstenen consoles te reconstrueren. Bij een eerdere ingreep door de Rijksgebouwendienst was de oorspronkelijke zoldering namelijk vervangen door een lagere gewapend betonvloer. De tekening van Fokke, gemaakt ter gelegenheid van de installatie van stadhouder Willem V tot Opperbewindhebber van de VOC in 1768 diende als bron voor de reconstructie van de Bewindhebberskamer in 1997-2001 (in opdracht van de huidige eigenaar, de Universiteit van Amsterdam). Op de replica van de schouw uit ca. 1660 bevinden zich het oude en nieuwe wapen van Amsterdam. Op de serie van zes schilderijen (reproducties) zijn de verschillende "factoryen" van de VOC afgebeeld. De schilderijen zijn te zien op de tekening van Fokke en voor de huidige reconstructie van de bewindhebberszaal gereproduceerd. Ook de ovale tafel met stoelen is ingebracht. De balustrade is fantasie, want komt niet voor op de tekening. Overigens is er later discussie ontstaan over de vraag of de locatie van de VOC-zaal in het Oost-Indisch Huis wel klopt. De zaal is 16 m lang, terwijl op de tekening een veel kleinere zaal is te zien. Mogelijk was de Bewindhebberskamer een niet meer bestaande zijkamer aan de binnenplaats en niet de achterzaal. De meningen hierover zijn echter verdeeld. Daar komt op dit ogenblik nog de discussie bij of de Bewindhebberskamer nog wel 'kan'. 'De tijden zijn veranderd' stond er in Het Parool van 30 januari 2023. 'De zaal is niet inclusief'. De UvA overweegt de gereconstrueerde Bewindhebberskamer af te breken.
Gebruikte literatuur:
- F.J. Dubiez. 'De bouwmeester en beeldhouwer Hendrick de Keyser'. Ons Amsterdam 9 (1957): p. 226-237
- Roelof van Gelder en Lodewijk Wagenaar. Sporen van de Compagnie. De VOC in Nederland. Amsterdam, 1988: p. 64-71
- J.J. Jehee. 'De plaats van de grote zaal in het Oost-Indisch Huis te Amsterdam: Wat zegt het gebouw nu zelf?' Bulletin KNOB 2002-2: p. 41-48
- E.H. Mattie en C. van Soestbergen. 'Het Oost Indisch Huis te Amsterdam: problemen bij de reconstructie van een historisch interieur'. Bulletin KNOB 2001-3: p. 93-99
- Erik Mattie. 'Repliek'. Bulletin KNOB 2001-6: p. 212-213
- Ir. R. Meischke. Het Oost-Indisch Huis te Amsterdam'. Bulletin KNOB 1958-5: p. 198-218.
- R. Meischke en H.J. Zantkuijl. 'De plaats van de zaal in het Oost-Indisch Huis te Amsterdam'. Bulletin KNOB 2001-6: p. 210-211
- J.C. Overvoorde. 'De gebouwen van de Oost-Indische en West-Indische Compagnie in Nederland'. Bulletin NOB 1928-1: p. 17-53
- Carla Rogge. 'Een siermotief van Hendrick de Keyser. Opvallende kopjes boven de ramen van Oost-Indisch Huis'. Binnenstad 210 (maart/april 2005)
- H.J. Zantkuijl. 'Verantwoord restaureren'. Maandblad Amstelodamum 65 (1978): p. 100-120
- H.J. Zantkuijl. Bouwen in Amsterdam Amsterdam, 1993: p. 188-191
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 2012
Adres: Oude Hoogstraat 24
Adressen: Oude Hoogstraat 24
Inschrijvingsdatum: 21-05-1970
Redengevende omschrijving: Oost Indisch Huis, bestaande uit een 19e eeuwse vleugel aan de Kloveniersburgwal en: a)Zuidvleugel (1606, door Hendrik de Keyzer), met trapeziumvormige top en versiering van banden en kleine blokjes. Zandstenen poortje. b) Westvleugel (1606 en 1633), het nieuwere deel in de stijl van het oudere, ook met een topgevel en een zandstenen poortje. c) Noordvleugel (1633), aan de binnenplaats in de stijl van de oudere delen, aan de straatzijde met een geblokte kelderpui en pilastergeleding op de verdiepingen. Doorgang met kruisgewelven en zandstenen poort met pilasters en fronton. d) Vleugel rechts hiervan achter de westvleugel (1658) met gladde zandstenen kelderpui; daarboven XIX verbouwd.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: juni 2023