Prinsengracht 562
Adres: Prinsengracht 562
Spiegelgracht 2
Oud adres: CC442, wijk 56, klein nr. 751, kadaster I2825, verponding 3459
Postcode: 1017KK
Gebouwtype: Woonhuis
Geveltype: Klokgevel
Bouwstijl:
Lodewijk XV
Bouwjaar: 1755±, 1973
Architect: P. Pals (1973)
Opdrachtgever: St. Aristoteles (1973)
Eigendom: Aristoteles
Restauratie: 1971
(13 afbeeldingen)
Tot 1971 stond hier een gevel uit circa 1920 tegen een 18de-eeuws pand (bouwmuren/balklagen). In 1973 is hier een klokgevel uit ±1755 herbouwd van elders (Nieuwendijk 187, waar thans C&A zit, gesloopt in 1963). Restauratie/herbouw door Geurt Brinkgreve.
Prinsengracht 562 had tot 1971 een gevel uit ca. 1920 bestaande uit een pleisterlaag op steengaas met latten, versterkt door ijzeren balken. Daarachter bleek echter nog het 18de-eeuwse woonhuis (bouwmuren en balklagen) te staan. Gekozen werd voor de reconstructie van de 18de-eeuwse gevel op basis van de bestaande verdiepingshoogten en balklagen. Daarbij werd gebruik gemaakt van een top uit circa 1750 afkomstig van de Nieuwendijk, een in 1963 voor de nieuwbouw van C & A gesloopt huis. Het is een zeer sierlijke top in Lodewijk XV-stijl die precies bleek te passen op dit pand, maar wel wat rijker was dan de oorspronkelijke (te zien op een tekening van Gerrit Lamberts). De restauratie/herbouw is vakkundig uitgevoerd door architect Pieter Pals in opdracht van Geurt Brinkgreve, de monumentenredder van de jaren zestig en zeventig. Het pand was inwendig verbonden met Spiegelgracht 2, dat gelijktijdig werd gerestaureerd. Het pand in de hoek daarvan, het hoekhuis Prinsengracht 564, werd gelijktijdig aangepakt. De eigenaar, de Stichting Aristoteles, was één van de vele door Geurt Brinkgreve opgerichte restaurerende instellingen die een gezamenlijk secretariaat hadden in het Aalsmeerder Veerhuis.
De terugrestauratie naar een oudere toestand werd door Paul Spies in het Grachtenboek (1991) bekritiseerd: "De Amsterdamse binnenstad krijgt door de vele 'terugrestauraties' een tamelijk eenzijdig karakter, met keurig verzorgde of gereconstrueerde 17de- en 18de-eeuwse huisjes en een tanend bestand aan latere architectuur. In veel gevallen zou een zorgvuldige conservering van alle vóór restauratie aangetroffen elementen, dus ook de 19de-eeuwse - in de ogen van velen verminkingen - een beter alternatief zijn dan het opnieuw aanbrengen van 'originele' elementen uit eerdere bouwperioden". Immers, door de vele terugrestauraties is het "heel wat moeilijker geworden om echt oud van nieuw oud te onderscheiden". Geurt Brinkgreve verdedigde zich daarna in een artikel in Binnenstad 192 als volgt: "De gevel was een criant lelijk knoeiwerkje uit circa 1920, bestaande uit glas, cementpleister en steengaas op grotendeels verrotte latten, goedkoper kon het niet. Nader onderzoek wees uit, dat de bouwmuren en de balklagen gaaf 18de-eeuws waren. Die balklagen gaven de hoogten aan voor de nieuwe gevel in een 18de-eeuwse trant, gedekt door een sierlijke klokbekroning van een kort tevoren op de Nieuwendijk gesloopt pand. Voorwaarde bij die sloopvergunning was geweest dat de gevelbekroning elders op een goed zichtbare plek zou worden herplaatst – wat dus gebeurd is. (...) Wat 20 jaar geleden een vervallen, verminkte hoek van de Prinsengracht was, staat er sinds de restauratie weer fris en vrolijk bij; geen 'oude luister', maar een goed verzorgde en bewoonde plek in het terecht beschermde stadsgezicht." In ieder geval werd de reconstructie in 1973 nog niet bekritiseerd. Integendeel, Isabella van Eeghen sprak in het Maandblad Amstelodamum van een "geslaagde restauratie", waarbij de "afschuwelijke verbouwing" van 1920 ongedaan werd gemaakt.
In Binnenstad 129/130 concludeert Brinkgreve dat het oordeel van de architectuurhistorici louter is gebaseerd op foto's en dat zij "de problemen van het bouwwerk en de herbestemming niet kennen en zich meer interesseren voor het veranderingsproces dan voor de monumentale waarde van het stedenbouwkundig-architectonische ensemble, welke waarde door dat veranderingsproces in vele gevallen wordt aangetast".
Gebruikte literatuur:
- (Geurt Brinkgreve.) 'De Stichting Aristoteles'. De Lamp van Diogenes 18 (sept. 1971)
- G(eurt) Brinkgreve. 'De plaatjeskijkers'. Ons Amsterdam 34 (1982): p. 82-83
- Geurt Brinkgreve. 'Een nieuw grachtenboek'. Binnenstad 129/130 (sept./okt. 1991): p. 80
- Geurt Brinkgreve. 'Het taaie misverstand'. Binnenstad 192 (febr. 2002)
- I.H. van Eeghen. 'De restauratie van Prinsengracht 562-564'. Maandblad Amstelodamum 64 (1977): p. 136-138
- Theo Rouwhorst. Bewaard voor Amsterdam. Historische geveltoppen herplaatst 1945-2015. Amsterdam, 2016: p. 99
- Walther Schoonenberg. 'Hergebruik van oude geveltoppen'. Binnenstad 157 (april 1996): p. 22-24
- Walther Schoonenberg. '50 jaar geleden: Prinsengracht 562-564'. Binnenstad 313 (voorjaar 2024)
- Paul Spies, Koen Kleijn, Ernest Kurpershoek en Jos Smit. Het Grachtenboek. Vier eeuwen Amsterdamse grachten in beeld gebracht; gevels, interieurs en het leven aan de gracht. Den Haag/Amsterdam 1991: p. 25
- W. Timp. 'Wie springt er om met?' Ons Amsterdam 34 (1982): p. 80-81
- A. de Vries. 'Bescherming en restauraties. Hoe wordt er met de Amsterdamse binnenstad omgesprongen?' Ons Amsterdam 33 (1981): p. 211-216
Laatste wijziging: april 2024