Singel 542-548
Gebouw Muntstaete
Naam: Gebouw Muntstaete
Adres: Singel 542-548
Reguliersdwarsstraat 75
Oud adres: 542: X33, wijk 28, klein nr. 532, kadaster I109, verponding 4260
544: X34, wijk 28, klein nr. 533, kadaster I110, verponding 4261
546: X35, wijk 28, klein nr. 535, kadaster I111, verponding 4263
548: X36, wijk 28, klein nr. 536, kadaster I112, verponding 4264
Postcode: 1017AZ
Gebouwtype: Handelsgebouw/kantoor
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl:
Wederopbouw
Bouwjaar: 1956/61
Architect: K.L. Sijmons Dzn.
(18 afbeeldingen)
Kantoorgebouw met een gevel opgetrokken uit Duits travertijn die mede door de glazen borstweringen zich manifesteert als een modernistisch raster, waarbij de terug liggende bovenste bouwlaag oogt als een zeer abstracte kroonlijst. De ingang tot de publiekshal bevindt zich geheel links. Vroeg voorbeeld van het naoorlogse modernisme in Amsterdam.
Dit deel van het Singel werd in 1943 grotendeels verwoest door een neerstortende Engelse bommenwerper, waarbij ondermeer het beroemde Huis Huydecoper (1639-1642), ontworpen door Philips Vingboons, werd verwoest. De totale kaalslag van het bouwblok volgde pas in 1958 met de sloop van de restanten van de bebouwing tussen Singel en Reguliersdwarsstraat. Dat gebeurde in de tijd dat de gemeente van de binnenstad een modern zakencentrum wilde maken. In dat denken past dit gebouw dat bij wijze van spreken in Rotterdam had kunnen staan. Er is op geen enkele manier geprobeerd het gebouw aan te passen aan de context van de historische omgeving. Zo bezien vormt het een typerend gebouw voor de tijdgeest van de jaren vijftig en om die reden werd het in 2014 geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst. In de beschrijving van Bureau Monumenten en Archeologie wordt gesteld dat het gebouw het naoorlogse centrum van Rotterdam nabootst, als een statement hoe er ook in Amsterdam kan worden gebouwd. Het gebouw is daarom zo representatief voor het toenmalige denken dat het behouden dient te blijven. Bovendien vormt het gebouw een belangrijk voorbeeld van wederopbouwarchitectuur in het oeuvre van architect Sijmons. De gevel oogt door zijn openheid helemaal niet als een traditioneel bankgebouw. Een bank hoeft geen fort te zijn, vond de architect. Integendeel, de ontwikkeling naar een open en uitgesproken publieksvriendelijke dienstverlening werd ook door de opdrachtgever nagestreefd. Tegelijkertijd werd nog wel gestreefd naar een zeker cachet, de dure natuurstenen gevel geeft aan dat een bank nog geen ordinair bedrijf was. De gevel is gaaf bewaard gebleven, inclusief de houten kozijnen. De monumentenplaatsing in 2014 gebeurde geruisloos, zonder enig tegengeluid, ook niet van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB). Vincent van Rossem schreef in Binnenstad dat de Spaarbank voor de Stad Amsterdam aan het Singel, vergeleken met de kolossen in de Vijzelstraat, 'een wonder van beschaving' is. Van Rossem maakte ook de monumentbeschrijving, op basis waarvan de aanwijzing tot gemeentelijk monument plaatsvond. De cultuurhistorische waarde van het gebouw was volgens hem gelegen in het feit dat de Incassobank van G.B. Posthumus Meyjes (1900), Herengracht 179-189, alweer enige tijd geleden, namelijk in 2001, op de rijksmonumentenlijst is geplaatst, als een voorbeeld van de dynamiek van het bankbedrijf in de oude binnenstad. Die dynamiek was tot 1970 een heilige koe in het denken van de overheid. "Sijmons heeft daar architectonisch expressie aan gegeven".
De Spaarbank voor de Stad Amsterdam werd in 1848 opgericht. In 1879 betrok de bank een door G.B. Salm ontworpen kantoor met een deftige gevel aan Singel 546 en een eenvoudige achtergevel aan de Reguliersdwarsstraat (ongenummerd, tussen de nummers 73 en 75). Na aankoop van Singel 544 ontwierp C.B. Posthumus Meyjes in 1911 een nieuw gebouw voor beide percelen. In 1943 was de bank ook gevestigd in het Huis Huydecoper, toen de panden werden verwoest door de neerstortende bommenwerper. Door de nieuwbouw kon de bank op zijn oude locatie voortgezet worden. Gebouw Muntstaete was het hoofdkantoor van de Spaarbank met diverse filialen, o.a. aan de Bloemgracht 33, Haarlemmerplein 4 en in het Zeemanshuis aan het Kadijksplein 17. Na diverse fusies en overnames, begonnen in 1981, ontstond in 1983 de Verenigde Spaarbanken (VSB), die in 1990 opging in de Fortis Groep. In de kredietcrisis van 2008 werd Fortis opgesplitst. Het bankgebouw bestaat uit twee vleugels, met ingangen aan het Singel en de Reguliersdwarsstraat, met in het midden een grote hal. De hal met loketten was zeer uitnodigend voor de klanten om geld weg te brengen of te halen. De bovenlichten hadden over een lengte van 18 m applicatieglas van Karel Appel (uitvoering door Tetterode). Na opdelen van de hal in kantoortjes zijn de ramen verwijderd, gerestaureerd en in bronzen lijsten gevat en bevinden zich thans in de VSB Bank te Utrecht. Er waren elders in het gebouw zo'n 11.000 kluisjes, op de verdiepingen waren de kantoren. Onder het gebouw bevindt zich een garage, waarvan de ingang aan de Reguliersdwarsstraat is. Aan die zijde van het gebouw is de straat, zeker vergeleken met het gedeelte van de straat verderop, doodgeslagen door het bankgebouw.
Burgemeester Joan Huydecoper (1639-1642) liet in 1639 op het Singel een voornaam woonhuis bouwen, naar ontwerp van Philips Vingboons (1607-1678). Het opmerkelijke ontwerp werd één jaar na het bezoek van Maria de Medici aan Amsterdam gemaakt (1638). De gegroefde rustica-gevel is beïnvloed door het paleis van Maria de Medici in Parijs, op zijn beurt beïnvloed door het Palazzo Pitti in Florence. Het hoge dak is een overeenkomst met de Franse hoge daken die beter geschikt waren in ons klimaat dan de Italiaanse lage daken. De gevel is afgebeeld in het boek met ontwerptekeningen van Philips Vingboons, Afbeeldsels, deel I (1648).
Na de sloop in 1946 bleef de voorgevel gedeeltelijk bewaard (op de monumentenwerf, later bij de firma Saan in Muiden), evenals enkele belangrijke interieuronderdelen waaronder het door Vinckenbrinck gesneden voorhuispoortje (bewaard in het Rijksmuseum). Er is even sprake van geweest dat deze beroemde gevel zou worden herbouwd op een locatie aan de Bloemgracht, op initiatief van Joost Ritman, maar dat ging uiteindelijk niet door. Het bewaard gebleven voorhuispoortje, gemaakt van eiken- en notenhout, getuigt van de invloed van het traktaat van de Italiaanse architect Scamozzi in Amsterdam. De architectuur bestaat uit Korintische pilasters, een kroonlijst met fries en een driehoekig fronton, die een doorgang afgesloten door een halfcirkelvormige boog omsluit, die op pilasters rust en een voluutvormig sluitstuk heeft. De fries, gemaakt van notenhout, is versierd met putti die festoenen dragen.
Gebruikte literatuur:
- Bob van den Boogert. 'Wanneer wordt het huis-Huydecoper eindelijk gereconstrueerd?' Binnenstad 174 (jan./feb. 1999)
- Marianne Eisma. 'Albert Jansz Vinckenbrinck. Naschrift'. Maandblad Amstelodamum 84 (1997): p. 26-27
- Vincent van Rossem. 'Top-honderd Naoorlogse bouwkunst'. Binnenstad 226 (feb. 2008)
- Beschrijving van Singel 542-548 en Reguliersdwarsstraat 75. Bureau Monumenten en Archeologie, door Vincent van Rossem. Amsterdam, 2012
Monumentenstatus: GM
Monumentennummer: 200738
Adres: Singel 542-548
Adressen: Singel 542 ;Singel 548
Inschrijvingsdatum: 16-12-2014
Redengevende omschrijving: Beschrijving van Singel 542-548 en Reguliersdwarsstraat 75
Datum: 17 januari 2012 Bezoekdatum: 2009
Auteur: Vincent van Rossem Architect: K.L. Sijmons Dzn. Bouwjaar: 1956-1961
Stedenbouwkundige context
Het bankgebouw maakt deel uit van het bouwblok dat omsloten wordt door het Singel, de Vijzelstraat, de Reguliersdwarsstraat en de Geelvincksteeg. Het gebouw is onderdeel van een zeer krap bemeten bouwblok dat aan de binnenzijde vrijwel geheel was volgebouwd. Hier bouwde de Spaarbank voor de Stad Amsterdam. Deze dateerde uit 1848 en betrok in 1879 een door G.B. Salm ontworpen kantoor met een deftige voorgevel aan Singel 546 en een eenvoudige 'achtergevel' aan de Reguliersdwarsstraat (ongenummerd, tussen de nummers 73 en 75). Na aankoop van Singel 544 ontwierp C.B. Posthumus Meyjes in 1911 een nieuw gebouw voor beide percelen. In 1937 volgde een verbouwing en nieuwbouw op het perceel Reguliersdwarsstraat 73. Tijdens de oorlog, april 1943, sloeg het noodlot toe en werd een groot deel van het bouwblok verwoest door een neerstortende Engelse bommenwerper. Daarbij ging ook het kantoorgebouw voor de Huiszittende Armen aan Reguliersbreestraat 71 verloren, het meesterwerk van Dirk van Oort (1862-1933) uit 1916, en een deel van het Carltonhotel. De kantoren van het bankgebouw konden provisorisch worden hersteld, zodat de begane grond nog bruikbaar was. Na de oorlog werden Singel 548 en Reguliersdwarsstraat 75 aangekocht. Singel 548 was het zwaar beschadigde Huis Huydecoper, ontworpen door Philips Vingboons rond 1640. In 1958 werden alle bouwwerken op de verschillende kavels gesloopt en kreeg K.L. Sijmons de opdracht om een nieuw gebouw te ontwerpen.
Architectonische verschijningsvorm
Exterieur
Het bouwwerk is onderkelderd en telt boven de begane grond met de publieksvoorzieningen vier bouwlagen met kantoorruimte, waarvan de bovenste iets terug ligt. De verdiepingen worden aan twee zijden van daglicht voorzien door middel van een lichthof. De ingang tot de publiekshal is aan het Singel gesitueerd, tegen de linker bouwmuur. De spaarbank maakte alleen gebruik van de begane grond, deze is voorzien van een entresol voor de administratie en de directie. Daarom zijn de kantoorruimten op de verdiepingen voorzien van een eigen ingang, ook aan het Singel, tegen de rechter bouwmuur. De personeelsingang van de bank ligt aan de Reguliersdwarsstraat. De puien van de publieksruimte aan de zijde van het Singel zijn vervangen, men heeft ook het interieur vernieuwd, waarbij helaas zelfs de sell-steenvloer (zwart, met licht reliëf) verdwenen is. De gevels zijn bekleed met een Duitse travertijn, Waldinger geheten. Sijmons schrijft in zijn toelichting dat het de verwachting was dat deze natuursteen binnen twintig jaar tot 'een prachtig groen' zou verkleuren. Dit is niet gebeurd, de steen is net als kort na de bouw nog steeds beige. De houten kozijnen zijn origineel, net als de tuimelramen die in het houten kozijn gemonteerd
zijn. Doordat ook de borstweringen verglaasd zijn, vormt de gevel een uitgesproken modernistisch raster. De terugliggende bovenste bouwlaag dient daarbij als een zeer abstract gedachte kroonlijst. De gevel aan de Reguliersdwarsstraat verschilt niet wezenlijk van die aan het Singel. Hier heeft de begane grond echter een meer gesloten karakter en ontbreekt de suggestie van een kroonlijst.
Interieur
Het interieur van het gebouw is niet bekeken en is niet bij de beoordeling betrokken. Mogelijk is er nog sprake van een monumentwaardige indeling en/of interieurelementen.
Cultuurhistorische context
K.L. Sijmons (1908-1989) was een bekende architect die met name faam heeft verworven met een aantal protestantse kerkgebouwen, waaronder de Thomaskerk in Amsterdam Zuid (1966). In 1932 vormde hij samen met andere jongeren, onder wie Piet Zanstra en Arthur Staal, de Groep
32. Zij fuseerden al snel met de architectenkern 'de 8', maar deze fusie werd geen succes, een aantal leden van Groep 32 kon zich tenslotte toch niet vinden in het meer dogmatische functionalisme van 'de 8'. In 1932 werd Sijmons ook partner in het architectenbureau Zanstra, Giesen & Sijmons, dat al snel indruk maakte met de atelierwoningen in de Zomerdijkstraat (1934). Hun deels nog bestaande bloemenwinkel 'Ivy', Leidseplein 35, uit 1935 was vooral werk van Sijmons. Hij begon in 1954 een eigen bureau.
Conclusie
Het gebouw is van stedenbouwkundige waarde, omdat het kan worden beschouwd als een mimicry van het centrum van Rotterdam. De neerstortende geallieerde bommenwerper maakte een bouwkavel van ongekende afmetingen vrij in de Amsterdamse binnenstad. Er werd geen enkele poging gedaan om het waardevolle Huis Huydecoper te herstellen, wel werden restanten ervan bewaard. Het gebouw is zo representatief voor het stedenbouwkundige denken over de historische binnenstad gedurende de eerste naoorlogse decennia. Men was eigenlijk jaloers op Rotterdam, waar een fris nieuw centrum gebouwd kon worden. Sijmons sprak onverbloemd zijn ongenoegen uit over het Garlton Hotel, dat hij duidelijk als een misbaksel beschouwde.
Het gebouw vertegenwoordigt architectuurhistorische waarde, omdat het representatief is voor het modernisme van de Amsterdamse Groep 32, dat minder streng in de functionalistische leer was dan het werk van de pioniers uit de architectenkern 'de 8'. Het is een vroeg voorbeeld van naoorlogse moderne architectuur in Amsterdam. De Spaarbank is tevens van evident belang voor het oeuvre van de architect K.L. Sijmons. De gaafheid van het interieur laat te wensen over maar de gevels zijn nog geheel in originele staat.
Het gebouw is van typologische waarde, omdat het getuigt van een typologische vernieuwing.
Het moderne bankgebouw, zo merkt Sijmons zelf op, behoefde geen fort meer te zijn, met zwaar getraliede ramen, waar veel geld in de kluis lag. Integendeel, de ontwikkeling naar een open en uitgesproken publieksvriendelijke dienstverlening werd ook door de opdrachtgever nagestreefd. Tegelijkertijd werd nog wel gestreefd naar een zeker cachet, de dure natuurstenen gevel geeft aan dat een bank nog geen ordinair bedrijf was.
De cultuurhistorische waarde van het gebouw is gelegen in het feit dat de Incassobank van G.B. Posthumus Meyjes (1900), Herengracht 179-189, alweer enige tijd geleden op de rijksmonumentenlijst is geplaatst, als een voorbeeld van de dynamiek van het bankbedrijf in de oude binnenstad. Die dynamiek was tot 1970 een heilige koe in het denken van de overheid.
. Sijmons heeft daar architectonisch expressie aan gegeven.
Het interieur van de bank is ingrijpend gewijzigd maar het exterieur is afgezien van de pui op de begane grond opmerkelijk gaaf bewaard gebleven. Dat kan van niet veel gebouwen uit die periode gezegd worden. Daarnaast is het bankgebouw van Sijmons in de Amsterdamse binnenstad zonder meer zeldzaam. Er zijn weliswaar veel meer bankgebouwen, maar alleen de Nederlandse Bank aan het Frederiksplein, die nauwelijks nog herkenbaar is, en het gebouw van M.F. Duintjer aan de Vijzelstraat, dat een onzekere toekomst tegemoet gaat, getuigen na 1945 van een vergelijkbare ambitie die dit gebouw wel kenmerkt.
Bronnen en literatuur
Archief Bureau Monumenten & Archeologie, Amsterdam
K.L. Sijmons Dzn, 'De Spaarbank voor de Stad Amsterdam', in: Bouwkundig Weekblad 84 (1966), P430-437.
Manfred Bock e.a., Van hef Nieuwe Bouwen naar een Nieuwe Architectuur, Den Haag 1983. www.naLnl (geraadpleegd op 22.10.2012)
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: januari 2022