Keizersgracht 224
Saxenburg
Huisnaam: Saxenburg
Adres: Keizersgracht 224
Oud adres: LL266, wijk 41, klein nr. 506, kadaster E4525, verponding 2244
Gebouwtype: Woonhuis
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl:
Lodewijk XV
Bouwjaar: 17de eeuw, 1765
Opdrachtgever: Jean de Neufville (1729-1796)
Restauratie: 1921, 1980
(41 afbeeldingen)
17de-eeuws huis met trapgevel, verbouwd in 1765: vier-raams brede zandstenen gevel in Lodewijk XV-stijl met rechte lijst met trigliefen, daarboven balustrade en middenverhoging (kuif), vier vazen, deur- en raamomlijstingen, fraaie lage dubbele stoep met flesbalusters en typische beginbalustrade, dienstingang in poortje met 'Saxenburg' rechts van huis. Interieur: interieur in Lodewijk XV-stijl: stucwerkgang met fraaie houten deuren, trap met fraaie baluster, zaal met witmarmeren schouw met marmeren boezem met reliëf met Heracles en Deianeira (in 1987 teruggekeerd), voorkamers 19de-eeuws, geschilderde 17de-eeuwse balken op verdieping, laat-17de-eeuws trappenhuis met witjes en kruisgewelfjes in stuc in achterhuis. Onderdeel van Hotel Pulitzer.
Het huis Saxenburg heeft een fraaie lijstgevel in Lodewijk XV-stijl. Opvallend is dat deze gevel vier ramen breed is (zeldzaam). Boven de rechte kroonlijst met trigliefen bevindt zich een attiek met een balustrade en een middenverhoging. De dubbele stoep heeft flesbalusters en S-vormige beginbalusters (zie ook Keizersgracht 225 aan de overzijde). Daar de stoep erg laag is, ontbreekt een dienstingang. Deze bevindt zich dan ook aan de rechterzijde van het huis, in een poortje dat als bediendeningang dienst deed. Boven dit poortje is de huisnaam aangebracht. Achter het poortje ligt een steeg. De gevel, ook de stoep en het poortje, dateert uit ca. 1765, maar het huis heeft een oudere kern.
Het huis werd in 1622 gebouwd door de kruidenier Hans Lenaertsz die afkomstig was uit Keulen, wat de huisnaam zou kunnen verklaren. Hij was in 1593 in Amsterdam getrouwd met Marritje Cocks (in de ondertrouwakte noemt hij zichzelf nog Hans Lenhartz) en woonde in 1622 nog op de Nieuwendijk. Hij stierf al in 1624, zijn weduwe in 1627 en in 1628 werd het huis voor de weeskamer verkocht aan de koopman David van Baerle (1595-1671). Van Baerle breidde zijn bezit uit met drie pakhuizen aan de Prinsengracht (317-319-321). Het poortje gaf toen nog toegang tot vier achterwoningen. In 1633 werd het huis gekocht door Antonie Thijs afkomstig van Jodenbreestraat 4 en liet het verbouwen.
Het huis werd in 1765 gekocht door de doopsgezinde koopman Jean de Neufville (1729-1796). Hij liet het huis ook verbouwen. Zowel het exterieur als het interieur getuigen van deze verbouwing. De Neufvillle bouwde ook een groot tuinhuis op vier erven aan de Prinsengracht-zijde van het bouwblok. De Neufville, die één van de eerste investeerders in de Verenigde Staten was, is vooral bekend van het conceptverdrag tussen de Staten-Generaal en de Verenigde Staten van 4 september 1778 dat in handen viel van de Engelsen en de aanleiding vormde voor de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784), waardoor vele Amsterdamse kooplieden, ook De Neufville zelf, in financiële problemen kwamen. Zijn zoon Leendert verkocht het huis in 1782 en hij en zijn vader, die van hoogverraad werd beschuldigd, vertrokken in 1785 naar Boston. Jean de Neufville stierf in 1796 in armoede in Albany (New York).
Pieter de Winter (1745-1807), een rijke handelaar in verf, kocht het huis van de Neufvilles. Hij was in 1780 getrouwd met Anna van der Poorten (1752-1807) (Keizersgracht 160). Hij breidde zijn bezit uit met twee pakhuizen en de suikerraffinaderij De Goudsbloem aan de Prinsengracht die werden verbouwd tot pakhuis, stal en koetshuis. De Winter is vooral bekend geworden als kunstverzamelaar. Hij was de grondlegger van een beroemde kunstverzameling van prenten, tekeningen en zo’n 180 schilderijen, waaronder het Straatje van Vermeer en Marten en Ooopjen van Rembrandt. De Winter speelde ook een grote rol in het verlichte Amsterdam en was actief in de vereniging Concordia et Libertate. Zijn kunstverzameling werd geërfd door zijn dochters Lucretia Johanna (1785-1845) en Anna Louisa Agatha (1793-1877), die resp. trouwden met jhr. Hendrik Six, heer van Hillegom (Herengracht 509-511) in 1822 en jhr. Willem van Loon in 1815 (Herengracht 499), die de kunstcollectie nog verder hebben uitgebreid. Van Winters enige zoon, Josua Jacob (1788-1840) verliet het huis in 1827. Een beroemde latere bewoner was Gijsbert van Tienhoven (1841-1914) die het huis betrok in 1873. Hij was van 1880 tot 1891 burgemeester en werd in 1891 minister-president.
Het huis heeft een fraai interieur dat grotendeels uit ca. 1765 stamt. De gang met stucwerk in Lodewijk XV-stijl, waarvan alle acht gesneden deuren nog aanwezig zijn, leidt naar een hoger gelegen zaal (met uitzicht op de tuin). In deze zaal bevindt zich een witmarmeren schouw in Lodewijk XV-stijl. Doorgaans zijn schoorsteenboezems in Amsterdam niet van marmer, maar van stuc of hout, maar deze is van marmer. De marmeren boezem bevat een reliëf met Hercules en zijn sterfelijke vrouw Deianeira. Dit uiterst belangrijke interieuronderdeel is jarenlang uit dit pand verwijderd geweest. In 1987 is het op deze plaats teruggekeerd, nadat het door Hans Tulleners in een bankgebouw in Den Haag was teruggevonden (na een oproep in het blad De Lamp, voorloper van Binnenstad, in 1987).
Overigens bestaat er van de zaal een ontwerp van de beschilderde behangsels van Isaac de Moucheron uit circa 1730/35 (Prentenkabinet RU Leiden), maar deze zijn niet (meer?) aanwezig.
De verbouwing van ca. 1765 is niet uitzonderlijk. In de 18de eeuw kwamen veel verbouwingen voor. Bijzonder is dat er een midden-18de-eeuwse opmetingstekening bestaat van de 17de-eeuwse trapgevel die bij de verbouwing in 1765 werd vervangen door de huidige lijstgevel. Op deze tekening zijn al 18de-eeuwse schuiframen aanwezig, dus in de 1ste helft van de 18de eeuw had al een verbouwing plaatsgevonden waarbij de kruiskozijnen werden vervangen door schuifvensters. Dat het huis een 17de-eeuwse kern heeft, blijkt ondermeer uit enkele balken met 17de-eeuwse beschilderingen op de eerste verdieping. Ook aan het dubbele poortje in het tussenlid, de toegang naar het trappenhuis in het achterhuis, is in oorsprong 17de-eeuws. Het typisch 17de-eeuwse gesloten trappenhuis (met muren tussen de trappen) heeft witjes en kruisgewelfjes in stuc die laat-17de-eeuws of misschien vroeg-18de-eeuws zijn (behorend bij een gewelfde stucgang, zie ook Keizersgracht 230). Het pand heeft dus zowel 17de- als 18de-eeuwse onderdelen.
In 1963 brandde de zolderverdieping van het pand uit. Het monumentale woonhuis is thans onderdeel van Hotel Pulitzer. Het werd ter gelegenheid van het betrekken van het pand in het hotel gerestaureerd.
Gebruikte literatuur:
- Ir. A. Boeken. Amsterdamse stoepen. Amsterdam, 1950: p. 93
- I.H. v. E(eeghen). 'Branden bij vorst in januari 1963 en 1684'. Maandblad Amstelodamum 50 (1963): p. 49-53
- I.H. v. E(eghen). 'De veertienvoudige restauratie voor het Howard Johnson Hotel bij de Westermarkt'. Maandblad Amstelodamum 57 (1970): p. 97-106
- I.H. v. E(eghen). 'Westeramstel. Frederik Kaal en Jean de Neufville'. Maandblad Amstelodamum 69 (1982): p. 36-39
- R. Meischke, H.J. Zantkuijl, W. Raue en P.T.E.E. Rosenberg. Huizen in Nederland. Amsterdam. Zwolle, 1995: p. 77, 79
- Hans Tulleners. 'Overnacht aan de grachten'. De Lamp 103 (mei 1987): p. 26-27
- Hans Tulleners. Een pracht van een gracht. 23 monumenten aan de Amsterdamse Keizersgracht. Open Monumentendag. Amsterdam: Bureau Monumentenzorg, 1988: p. 73
- Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 8: p. 1211
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 3567
Adres: Keizersgracht 224
Adressen: Keizersgracht 236
Inschrijvingsdatum: 09-06-1970
Redengevende omschrijving: Pand met zandstenen vierraamsgevel onder triglyfenlijst met consoles en attiek (plm 1750), met versierde ingangstravee en stoep, waarop fles- en s-vormige balusters uit dezelfde tijd en empire deur en snijraam; gevellantaren. Inwendig fraaie Louis XV stucgang. Naast de gevel een gang met zandstenen afsluiting waarin de huisnaam boven de deur.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: maart 2024