Haarlemmerstraat 75
West-Indisch Huis
Huisnaam: West-Indisch Huis
Adres: Haarlemmerstraat 75
Oud adres: TT419, wijk 32, klein nr. 307, kadaster D5996, verponding 5741
Postcode: 1013EL
Gebouwtype: Woonhuis
Geveltype: Lijstgevel
Bouwstijl:
Empire
Bouwjaar: 1617-1623, 1657, 1825-1873, 1977
Eigendom: Stadsherstel 1996
Restauratie: Stichting West-Indisch Huis, 1977-1981
(49 afbeeldingen)
Tevens Herenmarkt 71-99. West-Indisch Huis, o.a. met de beroemde kelder van Piet Hein. Complex, in de kern 17de-eeuws, met voornamelijk 19de-eeuwse gevels. In 1825 verbouwd tot Luthers Wees-, Oude Mannen en Vrouwenhuis: zie het fronton met een zwaan. Empire-ingangspartij. Interieur: Gedeeltelijk gereconstrueerde binnenplaats, zaal van de Heren XIX gereconstrueerd. Indrukwekkende moer- en kinderbalkenplafonds.
In 1617 liet de stadsregering aan de Varkensmarkt (thans Herenmarkt) een vleeshal bouwen met de ingang onder een hoge stoep aan de Varkensdijk (thans Haarlemmerstraat). Op de verdieping werd voor de stedelijke militie een Schutterswachthuis ingericht. In 1623 werd het gebouw verbouwd tot hoofdkantoor van de West-Indische Compagnie (WIC). Ook werd het gebouw vergroot. Twee dwarsvleugels maakten het oorspronkelijke gebouw tot een U-vormig complex; al snel afgesloten door een muur met de zogenaamde Bierbrouwerspoort aan de vierde (oostelijke) zijde. Tekenend voor die tijd is dat het nieuwe hoofdkantoor alle functies van de compagnie herbergde. Zo bevonden zich behalve grote opslagplaatsen in de kelders in het pand ook kantoorruimten en vergaderzalen. De belangrijkste vergaderzaal was die van de Heren XIX, de bewindhebbers van het bedrijf. De bemoeienis van de WIC strekte zich uit over Nieuw Nederland (de huidige oostkust van de Verenigde Staten), het Caribisch gebied, Brazilië en de westkust van Afrika. De slavenhandel maakte deel uit van de Trans-Atlantische driehoekshandel (Europa, Amerika, Afrika). Maar voordat de WIC zich daarmee bezig hield, was de compagnie een instrument in de strijd tegen Spanje. Kaapvaart-admiraal Piet Hein veroverde bij de slag in de Baai van Mantanzas (1628) de Spaanse Zilvervloot, waarvan onder meer zilver, specerijen, zijde en amber als buit in de kelders van het West-Indisch Huis werden opgeslagen. Een ander opmerkelijk feit in de geschiedenis van het West-Indisch Huis is de in dit gebouw in 1625 genomen beslissing om op het eiland Manhattan een nederzetting te vestigen, genaamd Nieuw Amsterdam. In 1664 werd Nieuw Amsterdam ingenomen door de Engelsen en werd de naam van de kleine nederzetting veranderd in New York.
In 1647 verhuisde het hoofdkantoor van de WIC naar het pakhuizencomplex aan het 's-Gravenhekje 1. Hoewel dit complex op het hoogtepunt van de WIC in 1642 was gebouwd en zelfs was uitgerust met een eigen slachthuis, moet deze stap vooral al bezuinigingsoverwegingen zijn gemaakt. De Compagnie werd vanaf 1645 getergd door financiële problemen (mede dankzij het uitblijven van een monopoliepositie in Brazilië, Guyana en de Antillen). Al in 1674 ging de WIC failliet, maar maakte een doorstart als de 'Tweede Geoctroyeerde West-Indische Compagnie'.
Het West-Indisch Huis werd na het vertrek van de WIC tot gebruikt door de Desolate Boedelkamer en de Assurantiekamer (waarschijnlijk in verband met de bouw van het nieuwe stadhuis, het huidige Koninklijk Paleis). Na een grondige verbouwing deed het pand vanaf 1657 dienst als Nieuwezijds Heerenlogement, tot huisvesting van de aanzienlijke gasten van de stadsregering.
In 1825 werd het pand aangekocht door de Hersteld Evangelisch Lutherse Gemeente, waarna 105 personen in dit Luthersch Wees-, Oude Mannen en Vrouwenhuis verbleven. De voorgevel kreeg toen zijn huidige aanblik: de hoge stoep met stadswapen en de kruisvensters met daarboven ossenkoppen uit de 17de eeuw verdwenen, de gevel werd gepleisterd en kreeg een Empire-ingangspartij met Ionische pilasters en een groot driehoekig fronton met een zwaan – het symbool van de lutheranen – in het timpaan. Ook werd het gebouw uitgebreid met twee vleugels aan de oost- en westzijde, in neo-renaissance-stijl (Herenmarkt 71-99). Het rijke verleden is nauwelijks af te lezen aan de buitengevels die grotendeels het gevolg zijn van 19de-eeuwse verbouwingen. De meest authentieke aanblik uit de periode van de WIC biedt de binnenplaats met de aan de renaissance ontleende vormentaal, zoals ontlastingbogen met in kleur contrasterende aanzet- en sluitstenen. De kelders bezitten nog kruisgewelven uit de bouwtijd en in de westvleugel zijn 17de-eeuwse moerbalken met gesneden korbelen te zien.
Het West-Indisch Huis werd op 16 december 1975 door een hevige brand geteisterd: de kap met zolders gingen toen verloren. Tijdens de 14 maanden leegstand daarna werd o.a. de koperen kranen van de oude pomp gestolen. In deze periode werd het pand te koop aangeboden aan Amerikaanse prominenten. Op 30 november 1976 werd op initiatief van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad een stichting Het West-Indisch Huis in het leven geroepen met oud-Heemschut secretaris Ton Koot als voorzitter. De huidige binnenplaats is het resultaat van een restauratie in 1977-1981 waarbij gekozen werd om de 19de-eeuwse uitbouwen op de binnenplaats te verwijderen en het geheel te reconstrueren in de 17de-eeuwse toestand, overigens zeer tegen de zin van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (naar aanleiding waarvan Geurt Brinkgreve de beroemde brochure Monumentenzorg of Documentenzorg? schreef). Tevens werd het interieur van de zaal van de Heren XIX gereconstrueerd met hergebruik van oude elementen. Hoewel een reconstructie is de schouw opgebouwd uit 17de-eeuwse onderdelen. De breedte en hoogte van de schouw en verdere onderlinge maatverhoudingen werden door Hans ’t Mannetje met behulp van studie van het maatsysteem van Vignola en een pentagram zo zorgvuldig mogelijk bepaald. De haardplaat met afbeelding van de zeeslag bij Mantanzas is een afgietsel van het origineel in het Rijksmuseum. De witte tegels voor de achterwand kwamen van de werf van het Bureau Monumentenzorg.
Hans 't Mannetje maakte tevens naar aanleiding van de restauratie een gevelsteen gedateerd 1984 met een silhouet van Nieuw Amsterdam, gesticht in dit huis op 21 juni 1625, zoals dat op 17de-eeuwse prenten voorkomt. De gevelsteen is aangebracht in een gevel aan de binnenplaats. Daar staat ook een standbeeld van Peter Stuyvesant, gemaakt door Hans Bayens uit 1981.
Tegenwoordig biedt het complex ruimte aan een partycentrum (Haarlemmerstraat) en bejaardenwoningen (Herenmarkt).
Gebruikte literatuur:
- Geurt Brinkgreve. Restauratie en bestemming van het West-Indisch Huis, Haarlemmerstraat 75. Amsterdam, 1975
- Geurt Brinkgreve. Monumenten- of Documentenzorg? Amsterdam, februari 1979 (Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad)
- Geurt Brinkgreve. 'De schouw in de Compagnieszaal, Een reconstructie.’ Binnenstad 177 (1999): p. 62
- I.H. v. E. 'Het Nieuwezijds Herenlogement'. Maandblad Amstelodamum 57 (1970): p. 25-31
- Mr. J.H. van den Hoek-Ostende. 'Het Diaconie Wees-, Oude Mannen- en Vrouwenhuis der Hersteld Evangelisch-Lutherse Gemeente te Amsterdam'. Maandblad Amstelodamum 49 (1962): p. 225-234
- Olga van den Klooster en Michel Bakker. Het Nieuwe Werck. De Jordaan: ‘aan de voet van de oude Wester…’. Amsterdam 1997 (Open Monumentendag): p. 19-23
- T. Koot. 'Het West-Indisch Huis, een gebouw met een opmerkelijke geschiedenis.' Ons Amsterdam 30 (1978): p. 74-80
- J.L.J. Meiners. 'Lutherse Diaconie deed veel aan weldadigheid. Bij 400 jaar Lutherse Kerk'. Ons Amsterdam 40 (1988):p. 130-135
- Ir. R. Meischke. 'De vleeshal op de Herenmarkt'. Maandblad Amstelodamum 42 (1955): p. 22-27
- H. Schoch en E. Mattie. Koopmansgeest. Amsterdam 2002 (Open Monumentendag 2002): p. 19-21
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 1372
Adres: Haarlemmerstraat 75
Adressen: Herenmarkt 99
Inschrijvingsdatum: 13-05-1970
Redengevende omschrijving: Laatstelijk Hersteld Luthers wees- en oudeliedenhuis, een complex bestaande uit: a) de middenvleugel aan de Haarlemmerstraat (1617, voormalige Vleeshal en Schutterswachthuis) onder schilddak, met gepleisterde gevel (1e helft 19e eeuw), voorzien van een fronton met gesneden voorstelling en een deuromlijsting met ionische pilasters. b) een westelijke en een zuidelijke vleugel, gebouwd kort na de inrichting tot West-Indisch Huis (1623), met een versiering met blokken in de ontlastingsbogen en ten dele bewaarde kelders met kruisribgewelven. c) een vermoedelijk laat in de 18e eeuw of misschien in het begin van de 19e eeuw langs de oude gebouwde tweede westelijke vleugel, merkwaardigerwijze met de 17e eeuwse gevelordonnantie van de oude vleugel in de nieuwe voorgevel aan de Haarlemmerstraat (rechts naast de hoofdvoorgevel). d) een in 1873 langs de oude gebouwde tweede zuidelijke vleugel met een omlijste ingangstravee aan de korte zijde. e) een in 1873 buiten tegen de oorspronkelijke binnenplaatsmuur gebouwde oostelijke vleugel, met aan de Haarlemmerstraat links van de hoofdvoorgevel als pendant van de gevel van de westelijke vleugel een dergelijke herhaling van de 17e eeuwse gevelordonnantie. In alle vleugels een goede roedenverdeling.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: februari 2024