Nieuwezijds Voorburgwal 284
De (Grote) Arion
Huisnaam: De (Grote) Arion
Adres: Nieuwezijds Voorburgwal 284
Oud adres: F116, wijk 25, klein nr. 252, kadaster F1704, verponding 3328
Postcode: 1012RT
Gebouwtype: Woonhuis
Geveltype: Lijstgevel
Bouwjaar: 1718/30
Opdrachtgever: Nicolaas Warin (vanaf 1718), Arend van der Waeijen Warin (vanaf 1766)
(13 afbeeldingen)
18de-eeuwse lijstgevel met lijst met daarop een gesloten attiek met rechthoekige middenverhoging met een reliëf van Arion op de dolfijn. Deuromlijsting met Ionische pilasters en rijkbewerkt snijraam (deur niet uit dezelfde tijd). Interieur: stucwerk in de gang en de voorkamer, witje in de voorkamer van A.H. van Beesten uit 1766 met een voorstelling van Arion op de dolfijn. Voor de zaal van het huis waren behangsels gemaakt door Jacob Cats maar die zijn niet meer in het huis aanwezig (een ontwerptekening is bewaard gebleven).
Het grachtenhuis heeft een 18de-eeuwse verschijningsvorm, die vermoedelijk direct na 1718 tot stand kwam. De geschiedenis van het pand gaat echter verder terug. In 1641 kocht Willem Backer (1595-1652) het oude familiehuis terug om er samen met zijn vrouw Bregitta Spiegel (1606-1668), dochter van Laurens Jansz Spiegel (1575-1623), te wonen, vlak naast Bregitta's ouderlijk huis waar op dat moment haar zuster Maria Spiegel met haar man Gerard Schaep woonde (zie verder NZ Voorburgwal 282). Het is geen toeval dat Willem Backer een huisnaam koos die verwijst naar het embleem van de dichter Hendrick Laurensz Spiegel, Arion op de dolfijn (zie Singel 140-142). Het is een symbool van eerlijkheid en rechtvaardigheid en paste daarom goed bij de calvinist Backer. Willem Backer en Bregitta waren in 1627 in de Nieuwe Kerk met elkaar getrouwd en woonden eerst op Het Gulden Vlies (Rokin 122). Na de dood van Backer kwam het pand in handen van zijn schoonzoon, de koopman Mattheus Lestevenon. Deze kocht ook de Kleine Arion (NZ Voorburgwal 286) en zijn weduwe Elisabeth Backer voegde daar in 1695 nog 'Het regte Cromhout' (NZ Voorburgwal 282A) aan toe.
Na haar overlijden in 1718 kwam het huis in bezit van hun dochter Machtelina Christina Lestevenon en haar man Nicolaas Warin (1675-1752). Nicolaas Warin was koopman en bankier van Waalse afkomst en onder meer resident van de koning van Pruisen. Het echtpaar Warin betrok het huis met zes dienstboden. In 1730 werd ook het huis 'Namen' (NZ Voorburgwal 288) nog aan hun bezit toegevoegd. Zij gaven het huis zijn huidige verschijningsvorm met attiek met een gevelsteen van Arion op de dolfijn. Warin was bankier en koopman op Italië, de Levant en Archangel. De gevelsteen is vermoedelijk 17de-eeuws en afkomstig van een buitenplaats van de Spiegels. Het hergebruik van de oude gevelsteen als geveltop leidde tot de toepassing van een rechte kroonlijst, die in deze periode nog niet gebruikelijk was voor een smalle Amsterdamse woonhuisgevel. Het is niet duidelijk wanneer de deuromlijsting - de deur zelf is vervangen - met het fraaie bovenlicht werd aangebracht. Kunsthistoricus Pieter Fischer ziet er de hand van vader of zoon Van Logteren in en dan zou het niet uit 1718, maar eerder tegen 1730 moeten dateren. De opdrachtgevers zijn wel Mactelina Christina Lestevenon en Nicolaas Warin, want de letters L en W zijn erin verwerkt. Als de top door het atelier van Van Logteren is gemaakt, is het een vroeg voorbeeld van een historiserende top: de attiek is in stijl aangepast aan de 17de-eeuwse gevelsteen.
Het huis werd ook bewoond door Nicolaas' zoon Antoni Warin (1712-1764), schepen van Amsterdam, en na zijn dood door diens zoon Arend van der Waeyen Warin (1747-1808). Arend heeft het pand laten verbouwen. Dat weten we omdat er een ontwerp van Jacob Cats bewaard is gebleven, gedateerd 1774, van een behangselschildering. Op deze voorstelling is een herberg afgebeeld in de bocht van een rivier met uitzicht op een dorp aan de overzijde. De behangsels zijn niet meer aanwezig in het pand, maar wel is het stucwerk in de gang en de voorkamer bewaard gebleven. De laatste wordt ook nog gesierd door een witje uit 1766 van A.H. van Beesten met een voorstelling van Arion op de dolfijn.
Het huis heeft nog een bekende bewoner. In 1853 werd het huis De Arion gekocht door de doopsgezinde predikant Jan de Liefde, oprichter van de Vrije Evangelische Gemeente maar ook van de Vereniging tot Heil des Volks. Hij richtte in de pakhuizen aan de (huidige) Spuistraat een kerkgebouw op. Na zijn vertrek in 1861 werd het woonhuis een schoolgebouw dat in 1867 werd uitgebreid met het buurpand op nr. 282A en tot één geheel werd gemaakt.
Arion was een Griek die geboren werd rond 650 v.Chr. op het eiland Lesbos. Hij ontpopte zich tot een groot zanger en citerspeler. Na een succesvolle tournee keerde hij met een schip terug naar Korinthe. Maar de zeelui beroofden hem van zijn winsten en wilden hem overboord gooien. Arion smeekte om nog een laatste lied te mogen zingen. Hij zong een prachtige aria ter ere van Apollo, vervolgens ging hij overboord. Toen grepen de goden in. Er kwam een dolfijn, één van de dieren van Apollo, die Arion van de verdrinkingsdood redde door hem aan land te zetten. Teruggekeerd in Korinthe vertelde Arion zijn verhaal. Maar niemand geloofde hem. Toen een tijdje later de bemanning van het schip aankwam in het paleis, verklaarde die dat ze Arion hadden achtergelaten. Plotseling kwam de zanger tevoorschijn en stonden de zeelui als leugenaars te kijk.
Het verhaal sprak de dichter Hendrick Laurensz Spiegel (1549-1612) aan, omdat het gaat over eerlijkheid en rechtvaardigheid. Hij plaatste een afbeelding van Arion op de dolfijn op de titelpagina van zijn dichtwerk Hertspieghel (1614). Als voorbeeld voor deze afbeelding diende een gravure van Jan Harmensz Muller naar een verloren gegaan schilderij van Cornelis Cornelisz van Haarlem. Vermoedelijk werd de in de top van het huis De Arion aangebrachte gevelsteen gemaakt voor de buitenplaats Meerhuysen van Hendrick Spiegel. Na het overlijden van Hendricks zoon Laurens in 1623 werd de buitenplaats verkocht en werd de steen mogelijk meegenomen door zijn dochter Bregitta die in 1627 huwde met een andere Spiegelnakomeling, burgemeester Willem Backer.
Gebruikte literatuur:
- I.H. van Eeghen. 'Twee eeuwen familiebezit op de Deventer Houtmarkt'. Maandblad Amstelodamum 42 (1955): p. 49-54
- Paul Spies e.a. Het Grachtenboek II. Den Haag, 1992: p. 227
- J. Vriese. 'Snijramen'. Ons Amsterdam 10 (1958): p. 215-218
Monumentenstatus: RM
Monumentennummer: 6007
Adres: Nieuwezijds Voorburgwal 284
Adressen: Nieuwezijds Voorburgwal 284
Inschrijvingsdatum: 13-10-1970
Redengevende omschrijving: Pand met gevel onder rechte lijst met attiek, met fraaie deuromlijsting en snijraam (alles XVIIIa). Inwendig Louis XIV stucgang.
RM = Rijksmonument. Rijksmonumenten zijn gebouwen of andere objecten die van nationaal belang zijn. Bijvoorbeeld door hun schoonheid of door de geschiedenis van het pand voor Nederland. Nederland telt bijna 62.000 rijksmonumenten. Daarvan bevinden zich 6.635 in de Amsterdamse binnenstad (op 1 januari 2017). Vrijwel alle beschermde rijksmonumenten zijn geregistreerd in 1970.
GM = Gemeentelijk monument. Sommige panden hebben een bijzondere betekenis voor een stad, dorp of regio. In dat geval kan de gemeente zo'n pand op de gemeentelijke monumentenlijst plaatsen. In de Amsterdamse binnenstad bevinden zich 1.193 door de gemeente Amsterdam beschermde monumenten (op 1 januari 2017).
Redengevende omschrijving = Een beschrijving van de belangrijkste uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname op de monumentenlijst. De redengevende omschrijving heeft de status van juridisch document en geeft de reden aan waarom het object is geplaatst op de monumentenlijst. Meer informatie: cultureelerfgoed.nl.
Laatste wijziging: februari 2020